01 januari - 31 december
ma 10.00 - 17.00
di 10.00 - 17.00
woe 10.00 - 17.00
do 10.00 - 17.00
vr 10.00 - 17.00
za 10.00 - 17.00
zo 10.00 - 17.00
De oorsprong van de kerk gaat heel ver terug, zoals blijkt uit de naam van de beschermheilige: Saint Landelin. Deze merkwaardige figuur, die in de 7e eeuw leefde, bekeerde zich na een leven van roof. Nadat hij kluizenaar was geworden, trok zijn reputatie vele metgezellen aan, waardoor hij de abdijen van Lobbes (België) en Crespin stichtte, op een steenworp afstand van het mooie dorpje Quérénaing.
In 1236 werd de eerste kapel gebouwd door Nicolas Roussiau, ridder en heer van Quérénaing. De kapel werd de parochiekerk en onderging verschillende aanpassingen. In zijn huidige staat heeft het gebouw een schip en koor dat in de 16e eeuw in gotische stijl werd gebouwd. Het is gebouwd van zandsteen en heeft zijn spitsboogramen en de Porte du Paradis behouden. Het schip heeft de vorm van een scheepsromp. De gelambriseerde gewelven worden ondersteund door gewelfde balken versierd met gebeeldhouwde figuren, herontdekt tijdens opeenvolgende restauraties. De kerk is van onbetwistbaar architecturaal belang, maar de orkaan van 1876 bracht de classificatie als Historisch Monument in gevaar.
De kerk staat majestueus op het dorpsplein, omringd door een weelderig park, op de plaats van de voormalige begraafplaats.
Alle glas-in-loodramen (schip en koor) worden in 2024 in de kerk geïnstalleerd. Ze zijn gemaakt door glas-in-loodkunstenaar Marie Payen. Boven de toegangsdeur verwelkomt de beschermheilige van de kerk, Saint Landelin, bezoekers met open armen. Aan de andere kant, als je de kerk verlaat, nodigt een glas-in-loodraam je uit om in de voetsporen van de pelgrims van Sint-Jacob te treden, aangezien de kerk op de route naar Santiago de Compostela ligt.
Een bezoek aan de kerk van Quérénaing combineert een echte terugblik op de plaatselijke geschiedenis met zijn spirituele wortels en toont de vastberadenheid van de plaatselijke bevolking om dit betekenisvolle gedeelde erfgoed te behouden, te verbeteren en door te geven.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
Deze doopvont is gemaakt uit één stuk geslepen zandsteen. Het achthoekige bassin, met de datum 1569 erop gegraveerd, rust op een 6-kantige zuil en een 8-kantige voet. Dit ensemble is sinds 1986 beschermd als Historisch Monument.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
Aan de noordkant is de plaats van de deur, bekend als “In Paradisum”, die naar de begraafplaats leidde die de kerk tot 1903 omringde. Het In paradisum is een van de gregoriaanse antifonen die gezongen worden aan het einde van de begrafenisceremonie, wanneer de kist van de overledene in processie van de kerk naar de begraafplaats wordt begeleid. Daarom wordt het ook wel de “Poort van de Doden” genoemd.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
Dit vergulde en gepolychromeerde houten beeld dateert uit de 18e of 19e eeuw. Beschermd als Historisch Monument sinds 1986, belichaamt deze Maagd met Kind de link tussen de goddelijke wereld en de mensheid.
Met haar uitgestrekte hand, ogen en gezicht is ze naar de hemel gekeerd, terwijl het kindje Jezus dat op haar linkerarm wordt gedragen de incarnatie van God is. Dit Christuskind leeft. Ook hij verwelkomt zijn lot met zijn hand naar de hemel gekeerd. Het totale effect is fijn en elegant, zoals blijkt uit de beweging van de vergulde draperie.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
In een nis in het koor staan twee schelpvormige vaten. De oorsprong van deze aquamanile is vooral hygiënisch: het werd gebruikt om de handen (aqua) van de priester te wassen (manus) voor het hanteren en zuiveren van de offers van de parochianen, die in natura konden zijn zoals brood, groenten, kippen, kaas, melk, kaarsen of geld, bedoeld voor het materiële leven van de priester of om de armen te helpen. Vandaag de dag wordt deze praktijk symbolisch voortgezet in het gebaar van de wastafel, waarbij de priester alleen zijn vingertoppen natmaakt.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
De glas-in-loodramen in het middenschip nodigen uit om naar het koor toe te gaan: de positie van de centrale medaillons in elk van de ramen loopt geleidelijk op. De zuidkant richt zich op het grote bijbelverhaal en het scheppingsverhaal. De mens, afgebeeld als een goede herder die zorgt voor de schepping, komt als laatste aan bod. De noordkant toont scènes uit het leven van de heilige Landelin, de dief die monnik werd, en sluit af met de vriendschapslinde, geschonken door de zusterstad Boke (in Duitsland). De Frans-Duitse vriendschap geeft hoop na de verschrikkelijke tragedie die Quérénaing trof tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
In het koor toont het eerste gebrandschilderde raam, voornamelijk blauw, de Maagd Maria boven een brandend dorp.
Ze begeleidt 20 sterren naar de hemel, als verwijzing naar de inwoners van het dorp Quérénaing die werden vermoord tijdens het bloedbad van 25 augustus 1914. Slechts één ster is anders. Deze is blauw op een gele achtergrond en verwijst naar de enige overlevende van het bloedbad.
Het glas-in-loodraam aan de overkant verbeeldt de parabel van de zaaier. Deze zeer grote figuur beslaat bijna het hele oppervlak en is geplaatst tegen warme kleuren die doen denken aan oogsttarwe en gerst.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)