01 april - 31 oktober
ma 9.00 - 17.00
di 9.00 - 17.00
woe 9.00 - 17.00
do 9.00 - 17.00
vr 9.00 - 17.00
za 9.00 - 17.00
zo 9.00 - 17.00
01 november - 31 maart
ma 9.00 - 16.00
di 9.00 - 16.00
woe 9.00 - 16.00
do 9.00 - 16.00
vr 9.00 - 16.00
za 9.00 - 16.00
zo 9.00 - 16.00
+32 15 29 40 30
De barokke bedevaartkerk is een ontwerp van Lucas Faydherbe in opdracht van de Mechelse kanunniken (17de eeuw).
Lucas Faydherbe bedacht voor de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijk een uniek en uitzonderlijk grondplan. Dit bestond uit een combinatie van een centraalbouw met koepel, sinds het begin van de 17de eeuw erg geliefd voor bedevaartkerken omdat de pelgrims er rond het aanbeden beeld konden lopen, en een traditionele driebeukige ‘basilica’. De werken gingen van start in 1663. Op 30 mei 1678 werd de kerk geschikt bevonden voor de eredienst en werden het Heilig Sacrament en het Mariabeeld plechtig ingehaald. Tijdens de afwerkingsfase van de kerk werd ook de bouw van het aanpalende klooster aangevat en voltooid in 1689.
Sinds 988 staat de toewijding aan het miraculeuze Mariabeeld centraal in de kerk. Volgens de legende werd een gestrand volgeladen schip op de Dijle pas weer vlot gekregen nadat als laatste van alle goederen een Onze-Lieve-Vrouwbeeld naar de oevers in het gehucht Hanswijk werd gebracht. De bewoners besloten hieruit dat Maria ter plaatse vereerd wenste te worden. Toen in 1272 Mechelen geteisterd werd door een pestepidemie droegen de wijkbewoners het Mariabeeld biddend naar de stad tot in de Sint-Romboutskathedraal. Enkele dagen later was de pestplaag overwonnen. Sindsdien gaat jaarlijks uit dankbaarheid de Hanswijkprocessie uit. Van 1738 af, toen de Mariaverering in Hanswijk volgens de traditie 750 jaar bestond, gaat om de 25 jaar de Hanswijkcavalcade uit, een unieke historisch-religieuze stoet die voor het laatst gehouden werd in 2013.
De Hanswijkkerk werd door Paus Johannes Paulus II tot basiliek verheven op 6 oktober 1987, een erkenning als zeer belangrijk bedevaartsoord voor Onze-Lieve-Vrouw-van-Hanswijk (988-1988). Twee jaar eerder, in 1985 en precies op de dag van zijn 65ste verjaardag, kwam Johannes Paulus II bidden bij het beeld van O.-L.-Vrouw van Hanswijk. Een gedenksteen boven de ingangspoort en een grote vloertegel op de plaats waar de paus heeft gebeden, herinneren aan dit gebeuren.
Uitermate waardevol zijn de twee bas-reliëfs onderaan de koepel gerealiseerd door Lucas Faydherbe (1617-1697) en de borstbeelden van vier kerkvaders die de vier portieken bekronen. Het barok interieur komt verder tot zijn recht door de bijzonder mooi uitgewerkte biechtstoelen, toegeschreven aan Jan-Frans Boeckstuyns (1650-1734), en de preekstoel van Theodoor Verhaegen (1701-1759).
In een restauratiecampagne in 1892 werden de vloeren, met uitzondering van het hoogkoor, vernieuwd. Daarbij werd in het schip van de kerk een groot labyrint aangelegd. Labyrinten komen in Belgische kerkvloeren nauwelijks voor. De uiterst mooi gedetailleerde vloer in Noir de Basècle en Carrara in deze basiliek is dan ook zeer bijzonder.
Van eind 2013 tot eind 2017 werd het interieur van deze basiliek grondig gerestaureerd met als uitgangspunt: het oorspronkelijk interieur zoals Faydherbe het heeft ontworpen zo dicht mogelijk benaderen. Zo werden o.m. alle glasramen vervangen door wit glas zoals het oorspronkelijk ook was. Het interieur wordt nu gekenmerkt door helderheid en een bijzonder mooie lichtinval tot in het hart van de kerk. Een nieuw altaareiland (ontworpen door architecten Beeck en Hermans) en het sober nieuw altaarmeubilair (ontworpen door Jac Bisschops) werden toegevoegd en brengen een hedendaags accent in het interieur aan.
Als eeuwenoud Mariaal bedevaartsoord heeft de geloofsgemeenschap van Hanswijk doorheen de tijden vele schenkingen ontvangen: juwelen, paternosters, kerkvaten, een bisschopskruis, een zilveren altaarlezenaar, tot kroonjuwelen toe die geschonken werden met gelden ingezameld bij de Mechelse bevolking. Een selectie van die "geschenken aan Maria" worden permanent tentoongesteld in de nieuwe schatkamer, achteraan in de basiliek.
De Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijkbasiliek wordt samen met de andere 7 historische kerken in Mechelen ontsloten door Torens aan de Dijle vzw en meerdere parochievrijwilligers, in samenwerking met de stad Mechelen.
Bronnen :
Stedelijke dienst Monumentenzorg Mechelen
Kerkfabriek van de Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijkbasiliek
Boven de kolommen van de rotonde bracht de architect twee grote basreliëfs aan die de Kruisdraging en de aanbidding van de herders voorstellen. Tot de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog dacht iedereen dat het om zandstenen werken ging. Maar die zouden te zwaar geweest zijn, daarom heeft de vindingrijke Faydherbe reliëfs geplaatst. Pas toen de beschadigde reliëfs hersteld werden, ontdekte men het bedrog.
Enkele biechtstoelen zouden van de hand zijn van Jan Frans Boeckstuyns (circa 1690). De Noordoostelijke biechtstoel toont de vier uitersten: de Dood, het Laatste Oordeel, het Paradijs en de Hel. De boetvaardige Petrus, de Engel met kruistitel, de Engel met doek van Veronica en de H. Hieronymus zijn afgebeeld in de Noordwestelijke biechtstoel. De zuidwestelijke biechtstoel geeft het Gebed, de Boetvaardigheid, de Zonde en Berouw weer. De zuidoostelijke biechtstoel is minder uitgewerkt dan de andere biechtstoelen. De vervaardiger hiervan is niet gekend. Het fronton gaat getooid met het beeld van OLV Onbevlekt Ontvangen die wordt afgebeeld als ‘Maria-Medeverlosseres’: ze ondersteunt het Kind dat de slang van het kwaad vertrapt.
De preekstoel behoort tot de mooiste sieraden van de kerk. Hij werd op 4 mei 1743 voor 4.000 gulden ondernomen. Alexander-Jozef Rubens, kleinzoon van Pieter-Paul Rubens schonk hiervoor 2.994 gulden.
De kansel werd in 1746 uitgevoerd door de Mechelse beeldhouwer Theodoor Verhaegen en beeldt de Mariale leer uit. Onderaan stellen twee levensgrote beelden Adam en Eva voor na de zondeval. Jahweh, een oude man met baard, verdrijft Adam en Eva. Met de ene hand toont hij de op de grond kruipende serpent en met de andere hand wijst hij naar het medaillon op de kuip waarop Maria met het kind is afgebeeld. De vergiffenis en de verlossing worden hier beloofd. Boven het klankbord wordt Maria door engelen ten hemel opgenomen. Een hoge boom met wijde vertakking, waarin ook een door engelen gedragen draperie is verwerkt, overschaduwt het geheel.
In het gehucht Hanswijk, aan de oever van de Dijle, strandde in de 10e eeuw een geladen schip dat niet meer vooruit te krijgen was, tot uiteindelijk het Onze-Lieve-Vrouwebeeld van boord werd gehaald. Toen het Mariabeeld als laatste aan wal werd gebracht, kwam de boot weer vlot. De omwonenden en de bootslui zagen hierin het teken dat Maria hier wilde wonen, in de streek die men Hanswijk noemde. Het beeld werd overgebracht naar een nabije bidplaats, toegewijd aan Lambertus en Catharina.
De kapel werd snel een drukbezocht bedevaartsoord. Ze werd voor het eerst, in 1263, vermeld bij Thomas van Cantimpré, een Brabantse dominicaan van Kamerijk.
Het oorspronkelijke beeld verdween in de 16e eeuw. Het huidige beeld, 1,45 m hoog, is gemaakt uit notelaar. De gekrulde vlechten vallen langs de rug en gedeeltelijk vóór de schouders. Maria houdt een scepter in de rechterhand terwijl ze links het kindje Jezus draagt. Het leunt tegen de borst van de moeder en houdt een appel in de rechterhand.
Het beeld is in goede staat en draagt nog de sporen van de oude polychromie. In de rug staat het merkteken van een tot nu toe onbekend gebleven kunstenaar: twee in elkaar gewerkte driehoeken. Het beeld van Maria wordt meegedragen tijdens de jaarlijkse Hanswijkprocessie.
Wie even ronddwaalt in de Hanswijkbasiliek kan niet naast de talrijke dankstenen kijken waarmee de muren betegeld zijn: in totaal 344 marmeren stenen. In beide landstalen hebben honderden gelovigen in de loop der jaren hun erkentelijkheid en dankbaarheid aan O.-L.-Vrouw van Hanswijk willen vereeuwigen. Dank voor een genezing, dank voor een bekomen gunst, dank voor een kind, dank voor een herstelde relatie, dank voor het behoud van werk, dank voor alles en nog wat…
In oude geschriften daterend van 1335 tot 1663 en bewaard in verschillende abdijen en kloosters in Vlaanderen, wordt regelmatig verwezen naar wat men noemde “wonderheden dewelke God dagelijks uitwerkt op de aanroeping van zijn moeder Maria in de kerk van O.-L.-Vrouw van Hanswijk in Mechelen.”
In 1663 werd het nodige kapitaal verzameld voor de bouw van een nieuwe kerk en een nieuw klooster. De aangestelde architect, Lucas Faydherbe, bedacht een uitzonderlijk grondplan. Op 10 mei 1663 legde Andreas Cruesen, de aartsbisschop van Mechelen, de eerste steen van de kerk.
Het bouwterrein, een drassige en sterk aflopende oever van de Dijle, was een eerste uitdaging. Een tweede uitdaging vormde het uitzonderlijke grondplan van de kerk: een ongewone combinatie van een traditionele driebeukige ‘basilica’ enerzijds en een koepelkerk anderzijds. Om een ononderbroken zicht te krijgen op het hoofdaltaar, voorzag Faydherbe daarenboven om op de kruising met de center de steunpilaren van de koepel weg te laten.
In 1676 was de kerk bijna voltooid. Alleen de centrale koepel wachtte nog op verdere afwerking. Hoewel het bouwproject tot dan toe relatief vlot was verlopen, werd men geconfronteerd met ernstige stabiliteitsproblemen. De zuidelijke zuil aan de zijde van het koor helde 25 cm over, zodat de constructie van de koepel in het gedrang kwam. Om de zuilenarcade te verstevigen werden acht van de tien rondzuilen per twee met elkaar verbonden tot blokportieken. Oorspronkelijk voorzag het koepelontwerp in een tamboer met twee verdiepingen. De stabiliteitsproblemen dwongen de architect er evenwel toe om zich te beperken tot één hoge lichtbeuk met twaalf rondboogramen.
In het vloerpatroon van de Hanswijkbasiliek is een labyrintpatroon verwerkt.
Het bewandelen van een labyrint heeft een spirituele betekenis. Vandaar dat men dergelijke constructies vaak aantreft in kerken. Het pad drukt op een symbolische wijze uit dat Christenen niet zullen verdwalen ondanks alle beproevingen, onzekerheden en teleurstellingen, omdat God hen leidt op de juiste weg. Het labyrint is ook een manier van Contemplatie. Men legt een spirituele reis af naar zijn innerlijke.
Tijdens het bewandelen van het labyrint kan men zich bezinnen om gelouterd het hart te bereiken. Om ten volle dit spirituele aspect te beleven, dient de weg geknield afgelegd te worden. Vooral tijdens de gotiek werden veel labyrinten aangelegd.
Denk maar aan de plaveisels van de kathedralen van Amiens en Chartres. Het labyrint van de Hanswijkbasiliek sluit hier naadloos bij aan.
Na de middeleeuwen raakte de traditie van het labyrint in de vergetelheid.
Dit exemplaar, dat waarschijnlijk uit de 19e eeuw dateert is dan ook erg bijzonder.
In de loop der tijden heeft de Hanswijkparochie vele schenkingen mogen ontvangen, ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijk. De Hanswijkbasiliek beschikt ook over kroonjuwelen (betaald met gelden ingezameld bij de Mechelse bevolking), een grote verzameling kelken en ander kerkvaten, en een merkwaardige verzameling juwelen: halskettingen, broches, dasspelden, ringen, haarspelden, horloges, kostbare paternosters, enz. Uit dankbaarheid voor verkregen gunsten werden ze in de loop der jaren aan O.-L.- Vrouw van Hanswijk geschonken. Sporadisch worden ze dan ook tentoongesteld in de Hanswijkbasiliek.
Votiefschilderijen worden samen met gedenkplaten, krukken en kleine antropomorfe objecten ondergebracht onder de grote noemer van ex-voto’s. De praktijk van dergelijke portretten kent zijn oorsprong in de 15de eeuw in Italië van waaruit het zich eind 16de eeuw verspreidde naar andere Europese landen, waaronder Frankrijk. Het zijn op dat moment de hogere bevolkingsklassen die dergelijke schilderijen laten vervaardigen. Het is echter pas met de explosieve expansie van (Mariale) bedevaartsoorden in de 17de eeuw dat het gebruik van zo’n schilderijen ook in de Zuidelijke Nederlanden en Duitstalige landen aan populariteit won.
Opvallend is dat de collectie van Hanswijk louter bestaat uit kinderportretten, al is het onderscheid met volwassenen niet altijd even duidelijk. De vrijwel exclusieve aanwezigheid van de kinderportretten is niet verwonderlijk omdat enerzijds Maria in het algemeen -als Moeder Gods - de aangewezen heilige was om een kind aan toe te vertrouwen. Anderzijds omdat, volgens de overleveringen, O.-L.-V. van Hanswijk in het bijzonder zich het lot aantrok van de jongsten onder ons.