01 januari - 31 december
ma -
di 9.00 - 16.00
woe 9.00 - 16.00
do 9.00 - 16.00
vr 9.00 - 16.00
za 9.00 - 16.00
zo 9.00 - 16.00
Contact : Yves Dutrieux - fyn@skynet.be
+32 67 48 56 59 +32 495 78 12 83
De oorspronkelijke kerk werd vernield tussen 1510 en 1529.
De huidige kerk werd opgetrokken in 1531 (zie N.O. pijler : deze kerk werd wederopgebouwd in het jaar MVcts XXXI in de maand juni (vertaald)).
De hoofdbeuk werd verlengd in 1777. Van de absis tot aan het portaal bedraagt bedraagt haar lengte 127 voet (37, 285 m); het schip 75 voet op 40, de zijbeuken 56 op 15 het koor 37 op 29.
Het kapitel van Sainte Waudru droeg de kosten, samen met de pastoor voor één derde.
De eerste kapelaan werd benoemd in 1760.
Het schilderij in het koor is van de hand van Disbecq uit Doornik en dagtekent uit 1732. Het stelt de Kruisafneming voor. In 1933 werd het op doek gesteld.
De graftombe (bas-relief) in de oostelijke muur is de begraafplaats van de familie Pierrart Li Coffrier. Zij dagtekent uit 1410, hetzij 120 jaar voor de wederopbouw van de huidige kerk in 1530.
Het gewelf van het koor werd uitgevoerd in 1566, zoals de datum het aangeeft op een van de stenen van de ribben. Het is een zeldzaam voorbeeld van de gotisch-renaissancestijl van de zogeheten "Plantagenet" vorm.
Aan de buitenzijde draagt een oude steen het opschrift Anno 1573 Ecco panis. Deze vermelding duidde op de weergave van een eucharistisch symbool, teruggevonden bij de restauratie van de kerk in 1930-1932.
In 1777 werd de kerk vergroot en werd een nieuwe klokketoren gebouwd, jammer genoeg opgetrokken in baksteen.
In 1899 werd een restaurarie van de kerk aangevat : zij begon met het aanbrengen van glasramen, en, in 1900 met een totale herschildering.
Rond 1910 verdween het kerklhof dat rondom de kerk lag om plaats te maken voor de Grote Markt. De opgegraven overblijfselen werden weggenomen en overgebracht naar de velden te Mignault.
In 1930-1932 slaagde pastoor Jules Gailly erin een nieuwe restauratie uit te voeren: het hoofdaltaar met het monumentale retabel, de onderbouw en het koorgestoelte, helemaal in hout, waren erg vervallen en werden vervangen door een altaar met een onderbouw in steen. Glasramen werden aangekocht om de koorvensters te versieren.
Het altaar is een lange rechthoekige tafel, geschraagd door vier massieve pilasters, opgericht op een verhoog van 3 treden in bewerkt klein-graniet.
De credenstafel in steen, die in de muur is ingebouwd aan de rechterzijde, dagtekent uit de Renaissance-periode. Zij is een kopie van deze, heel oude credenstafel, bij het altaar van het H.Hart (zijaltaar rechts)
De oude commluniebanken (zijaltaren) zijn in hout en dagtekenen van 1738. Zij leunen aan bij de Renaissance-stijl in tegenstelling met de altaren die, ofschoon stammend uit dezelfde periode, eerder van barokke stijl zijn.
De ramen zijn in romaanse en gothische stijl.
Het transept : het gewelf wordt ondersteund door twee rijen telkens van vijf zuilen in natruursteen van de streek. Zij zijn met elkaar verbonden op een hoogte van acht meter door een gothische boog.
De zijbeuken, zowat 2,70 m breed, zijn bedekt met een half gewelf.
De stenen vloer en de voetstukken in hout bevatten talrijke grafstenen. De muren bevatten vensters.
De houten preekstoel dagtekent van 1738 en is met een baldakijn bekroond.
De schilderijen van de zijaltaren Jezus de Gekruisigde en Sint Franciscus van Assisi zijn van de hand van Gustave Vanaise en werden aan de kerk geschonken ter herinnering aan Juffrouw Vanaise door Alphonse Jules en Georges Vanaise in april 1924.
De oude grafsteen van Pierre De Vooght, De Gryse genaamd, heer van Marche-lez-Ecaussines in 1633, werd opgegraven bij de werken aan het kerkhof op het Gemeenteplein. Deze grafsteen die zich thans achter de doopvont bevindt, heeft een mooie geschiedenis.
De talrijke overblijfsels van uitgevoerde klusjes zijn het werk van de meester van de steengroeve Thomas Lambert, geboren te Marche-lez-Ecaussines op 12 november 1735.
Het geheel, van het koor en het transept tot aan de toren en de toegangsportalen, zonder van een uitzonderlijke originaliteit te getuigen, vertoont toch een zekere voornaamheid en elegantie.
Op dit ogenblik zijn aanzienlijke restauratie- en verfraaiingswerken aan de gang aan de buitenzijde: nieuwe dakgoten, restauratie van de grafstenen, buitenplein en toegang voor personen mey beperkte mobiliteit, buitenverlichting van de glasramen, nieuwe toegangstrappen.
De huidige werken zouden beëindigd moeten zijn voor eind 2016.
KIKIRPA : Fototheek online
Sint Gaugericus, bisschop van Kamerijk is de heilige patroon van de parochie. Hij staat op een sokkel met overvloedige gotische versierselen.
Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Marche is een polychroom beeldhouwwerk uit de 16e eeuw, gekenmerkt door haar opvallende "heupbeweging". Het betreft hier immers een soort onevenwicht dat het lichaam uit zijn as lijkt te brengen. Het beeld vertoont een grote sierlijkheid in lijnen, houding en uitdrukking. Uit het beeld straalt waardigheid, voornaamheid en minzaamheid.
Het betreft een bas-reliëf op het grafmonument van Pierrart li Coffrier overleden omstreeks 1441. Het gaat om een mooi geheel met aan de ene zijde Onze-Lieve -rouw van Familleureux en aan de andere zijde tien personen uit het geslacht Pierrart li Coffrier.
In een register van 1685 vindt men een lange opsomming van de dorpen die verbonden waren met de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Familleureux, waaronder Marche-lez-Ecaussinnes en van waaruit de inwoners op bedevaart gingen. Op 9 september wordt door de bevolking van Marche nog steeds deze jaarlijkse bedevaart in ere gehouden.
Het koor is bedekt door een mooi bogengewelf in gedateerde bakstenen 1566. Het is gebouwd op een fundering die het kenmerk draagt van Jacquemart Boulle en van Polet Moreau. Het werd hersteld in 1931. Het gewelf, uitgevoerd in gotische renaissancestrijl, ook Plantagenetstijl geheten, is een zeldezaam voorbeeld van dat type in België.
Een schilderij dat de Kruisafneming weergeeft is van de hand van de Doornikse meester Disbecq, uitgevoerd in 1732. Het bevindt zich in het koor.
De grote grafsteen van Pierre De Vooght geheten de Gryse, Heer van Marche-lez-Ecaussinnes, vindt men achter de doopvont.
De toenmalige overheden die tot urbanistische verfraaiingswerken waren overgegaan door het verwijderen van het niet meer in gebruik zijnde kerkhof en de nivellering van het dorpsplein, hadden de verrassing een steen te ontdekken van 2,8 m lang, 1,5 m breed en met een dikte van 0,25 m. Deze teruggevonden steen liet de ontdekking toe van een prachtig gebeeldhouwde oppervlakte met in het midden de tekst: "ICI REPOSENT MESSIRE PIERRE DE VOOGHT DIT DE GRYSE, CHEVALIER HEREDITAIRE DU SAINT EMPIRE, SEIGNEUR DE MARCHE, SIPLY, FONTENELLE, ETC" (Hier rust Heer Pierre De Vooght, geheten de Gryse, erfelijk ridder van het Heilig Roomse Rijk, Heer van Marche, Siply, Fontenelle, enz.)