Kerk | 1350-1490 | Gotiek | Katholieke Kerk
Zondag 11.00
De hoofdkerk van Vilvoorde gaat terug tot de veertiende eeuw. Ze verving de bestaande, Romaanse dorpskerk. Ze is opgetrokken in Ledische zandsteen in een gotische stijl. De bouw van het koor en het transpet startten vermoedelijk in 1342 onder leiding van bouwmeester Adam Gherijs. Wegens geldgebrek kon het schip pas in de vijftiende en zestiende eeuw gebouwd worden.
Van de geplande torens, werd enkel de noordelijke afgewerkt. Tot 1891 werd het gebouw omringd door een kerkhof. Omstreeks 1889 werden binnenin diverse lagen verf en pleisterwerk verwijderd tijdens restauratiewerken.
De kerk bezit een rijke beeldenschat: Melchisedek en Aäron op het hoofdaltaar (17de eeuw) zijn van de hand van Frans Duguesnois. Er zijn verschillende, gepolychromeerde houten beelden: Sint-Rochus (17de eeuw), Heilige Antonius van Padua (19de eeuw), Onze-Lieve-Vrouw van Smarten (15de eeuw), Christus liggend in het graf (ca. 1630) en twee beelden van Onze-Lieve-Vrouw met Kind (16de eeuw).
Daarnaast zijn er ook schilderijen te bewonderen: “De vier evangelisten” door Godefridus Maes (ca. 1700), “De Bewening van Christus door Annibale Carrachi (1560-1609) en een Triptiek gesigneerd door Jan Portaels (1852). De kerk bezit ook diverse achttiende-eeuwse schilderingen toegeschreven aan de Vlaamse School.
Het indrukwekkende, barokke koorgestoelte met twee rijen zitbanken en aan weerszijde voorstellingen van het passieverhaal is afkomstig van de priorij van Groenendael (Hoeilaart). Het werd in 1786 aangekocht. De barokke preekstoel (1665) is afkomstig uit de Sint-Joriskerk van Antwerpen.
De kerk telt enkele merkwaardige grafstenen waaronder Karel van Bourgondië († 1535) en zijn echtgenote Catharina van Aelst († 1533): een arduinen bas-reliëf met voorstelling van de overledenen in biddende houding. Verder is er ook de grafsteen van Philippus van Dongelberge († 1645). Hij was lange tijd meier van Vilvoorde. Zijn arduinen grafsteen toont de overledene in ontbinding, opgesmukt door wapenschilden en symboliseert de vergankelijkheid van de aardse grootheid en rijkdom.
Bron
Inventaris voor het Bouwkundig Erfgoed (VIOE)