01 juli - 31 augustus
ma 9.00 - 18.00
di 9.00 - 18.00
woe 9.00 - 18.00
do 9.00 - 18.00
vr 9.00 - 18.00
za 9.00 - 18.00
zo 9.00 - 18.00
01 september - 30 juni
ma 9.00 - 17.00
di 9.00 - 17.00
woe 9.00 - 17.00
do 9.00 - 17.00
vr 9.00 - 17.00
za 9.00 - 17.00
zo 9.00 - 17.00
De Heilige Kruisverheffingskerk was in oorsprong een gotische kerk en typisch voor de Vlaamse kustkerken, uitgebreid met een neogotisch schip. Het werd in fasen beschermd als monument namelijk in 1937, 1983 en 2003.
De devotie van het Heilig Kruis gaat terug tot de 16de eeuw wanneer volgens een legende voor de kust van Wenduine een kruis werd opgevist. Vanaf eind 17de eeuw is er een broederschap van het Heilig Kruis. Op Pinkstermaandag wordt het verhaal van de legende opgevoerd in een massaspel gevolgd door de zeewijding, een traditie die al 200 jaar stand houdt.
Tussen 1183 en 1187 wordt de bescheiden kapel van Wenduine tot kerk van een zelfstandige parochie verheven. Van die vroegste kerk zijn resten bewaard in een gedeelte van het zuidkoor en in de onderbouw van de toren. Omstreeks 1290 wordt de kerk uitgebreid met zijbeuken en zijkoren waardoor de achthoekige toren niet meer achteraan de kerk maar als vieringtoren in het midden oprijst. Nadien doet de toren dienst als zeebaken met een torenwachter.
Tijdens de Beeldenstorm in 1566 wordt de kerk deels vernield en door het leger gebruikt als paardenstal. In de 17de eeuw volgt de wederopbouw. De bouwvallige delen worden in 1719 afgebroken maar er volgen nieuwe investeringen naarmate de parochie groeit.
In 1900 is Wenduine een levendige badplaats en is de kerk in de zomer te klein voor de toevloed aan badgasten. Een uitbreiding dringt zich op. Bij prospectiewerken ontdekt men ondermeer twee 13de-eeuwse tegelvloeren en enkele 17de-eeuwse graven.
Architect Alphonse Depauw ontwerpt in 1906 de nieuwe benedenkerk. Daarna volgt de restauratie van de toren met een nieuwe slanke spits. Er ontstaat een driebeukige hallenkerk met achtzijdige vieringtoren.
Het interieur, onder een houten spitstongewelf, bevat een eikenhouten preekstoel in rococostijl uit het midden van de 18de eeuw, een merkwaardig zijportaal en een natuurstenen tabernakel met koperen deuren, mogelijks uit de 16de eeuw. Kijk zeker uit naar het Mirakelkruis, daterend uit de 17de eeuw en opnieuw beschildert in 1992. De glasramen in het koor dateren uit 1908, 1911 en 1922. De teruggevonden 13de-eeuwse tegels werden in de vloer verwerkt. De doopvont in de benedenkerk bestaat uit gepolierd blauwhardsteen en is afgesloten met een koperen deksel.
KIKIRPA : Fototheek online
In de linker zijwand naast het hoofdaltaar is een merkwaardige gotische wandtabernakel ingewerkt. Het dateert uit de periode 1501-1510. Het koperen tabernakel wordt omgeven door een rijkelijk versierde ezelsrugboog in witte natuursteen. De iconografie tussen de boog en het stenen baldakijn stelt een pelikaan voor die zich in het hart prikt om zijn jongen te voeden. Dit staat symbool voor de zelfopofferende liefde van Christus. Het tabernakel werd in 1906 grondig hersteld.
Boven het altaar vinden we een grandioos brandglasraam. Ze stelt de boom van Jesse met de afbeeldingen van de voorvaderen van Maria voor. Jesse ligt te rusten of te slapen. Uit zijn borst komt een wortel, die zich vertakt tot een grote boom. In de takken van die boom zitten de koningen van Juda met centraal koning David. De top van de boom wordt gevormd door Maria en haar kind Jezus. Het brandglasraam dateert uit 1922, de glazenier is onbekend.
De overige glas-in-loodramen (1908 en 1911) komen uit glazeniersatelier van G. Ladon uit Gent.
In de doopkapel helemaal achteraan in de kerk werd de oorspronkelijke 13de-eeuwse kerkbevloering heraangelegd. Deze tegelvloeren werden ontdekt bij uitbreidingswerken aan de kerk begin 20ste eeuw. Het zijn geglazuurde terracotta tegeltjes in zowel een vierkante als driehoekige vormen. Deze kwetsbare eeuwenoude tegels zijn afgesloten door een hekken.
Leon Maes creëerde in 1900 gelijkaardige terracotta tegels voor de vloer in het koor.
De 18de-eeuwse eikenhouten preekstoel, een werk van Jaak Lauwereys, is versierd met grillige rococo motieven. De oorspronkelijk hangende kuip werd op een voet geplaatst. De wereldbol met het Lam Gods die vroeger onder de kuip stond dient nu als bekroning van het klankbord. Het Lam Gods staat symbool voor Christus dat het christendom verspreid over gans de wereld.
De blikvanger van de kerk is het Mirakelkruis. Volgens de legende haalden Blankenbergse vissers in de 17de eeuw een groot kruis op uit de zee. Ze brachten het kruis naar het strand en plantten het in het zand. Toen ze de volgende morgen terugkwamen was het kruis verdwenen. Enige tijd later voeren de vissers weer over dezelfde visgrond en haalden ze terug het kruis op. De vissers begrepen dat op deze plaats de kerk van Oud-Wenduine, lange tijd daarvoor opgeslokt door de zee na een stormvloed, had gestaan. In een feestelijke stoet en in aanwezigheid van duizenden mensen brachten ze het kruis naar de nieuwe kerk van Wenduine.
Op Pinkstermaandag wordt deze legende opgevoerd in een samenspel van folklore, dans, muziek en poëzie. Het kleurrijke gebeuren wordt afgesloten met de zeezegening. Na deze zeewijding, waar ook replica’s van de oude vissersboten worden opgevoerd, wordt het Heilig Kruis in een triomfantelijke processie naar de kerk gebracht.
Het kruishout werd in 1780 vernieuwd. Het kruis en het beeld werden in de loop der tijde verschillende malen beschilderd.
In de linkerzijkapel staat een gepolychromeerde Onze-Lieve-Vrouwenbeeld. Het beeld, namelijk het houtsnijwerk, romp, hoofd en armen, dateert uit de 17de eeuw evenals het eiken voetstuk.