01 april - 30 oktober
ma 9.00 - 17.00
di 9.00 - 17.00
woe 9.00 - 17.00
do 9.00 - 17.00
vr 9.00 - 14.00
za 9.00 - 17.00
zo 9.00 - 17.00
01 november - 31 maart
ma 9.00 - 16.00
di 9.00 - 16.00
woe 9.00 - 16.00
do 9.00 - 16.00
vr 9.00 - 14.00
za 9.00 - 16.00
zo 9.00 - 16.00
Het transept van de kerk is momenteel in restauratie en daardoor niet toegankelijk, maar het gerestaureerde koorgedeelte kan al bewonderd worden en is ook in gebruik. Het Rubensschilderij bevindt zich tot in 2025 in het restauratieatelier van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (voor meer details zie ook : https://www.visit-aalst.be/nl/sint-martinuskerk).
Deze kerk wordt geprezen wegens haar homogeniteit in stijl, hoewel ze is opgetrokken in een periode van 180 jaar (1480-1660) ten gevolge van de godsdiensttroebelen en de minder gunstige economische situatie van de stad in het tweede kwart van de 16de eeuw. Ze weerspiegelt de sociale organisatie van de toenmalige samenleving, met broederschappen, gilden en ambachten. Van hen zijn tot nu 21 versierde altaren overgebleven, waaronder die van de bakkers, de kleermakers, de graanhandelaars...
In de kerk staan niet minder dan tien biechtstoelen. Het koor bevat nu enkel nog het hoofdaltaar (1777), de communiebank (1907) en de sacramentstoren van Jeroen Du Quesnoy de oude uit Brussel in wit en zwart marmer (1604). De algemene gotische aanblik wordt nergens verstoord door overdadig meubilair, zodat ook de wit-zwarte bevloering goed tot haar recht komt. Uniek is de bijzondere collectie antependia in textiel.
Een koperen lijn (1840) duidt de middaglijn aan. Een lens in het glasraam van Sint-Maarten laat het licht op de lijn vallen zodat men er de uurwerken op kon afstellen. Tegenover de kapel van het Heilig Hart van Jezus bevindt zich de grafzerk van Dirk Martens ,,d’eerste letterdruckere van duitschland/vrankeryke en desen nederlanden’’.
Tijdens een interieurrestauratie in 1901-1903 onder leiding van stadsarchitect Julius Goethals (1855-1918) kwamen 15de- en 16de-eeuwse gewelf- en muurschilderingen tevoorschijn. In 1947 gingen enkele daken en gewelven in de vlammen op. De herstellingen zouden duren tot in 1958. Een boekje over de kerk belicht de ,,onvoltooide symfonie van Brabantse gotiek’’, doelend op het nooit afgewerkte schip en het ontbreken van de westtoren.
Bibliografie : ROBIJNS L., De Sint-Martinuskerk van Aalst, Een onvoltooide symfonie van Brabantse gotiek, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Gent, 1997.