Heilige Quintinus
Quintinus was de zoon van een romeinse senator en was als legioensoldaat gelegerd in Amiens (Samarabriva) Noord-Frankrijk. Hij was Christen en verkondigde zijn geloof. Tijdens de grote christenvervolging onder keizer Diocletianus werd hij in 287 gevangen genomen, gefolterd, onthoofd en in de Somme geworpen († 31 oktober). Deze volksheilige wordt aanroepen tegen o.a. reuma, zenuw- en hartziekten, waterzucht, stuipen, groeipijnen, verzweringen, gezwellen, kinkhoest, fijt aan de vingers, maagklachten. Tijdens de restauratie van de kerk (1967-1970) ontdekte men enkele fragmenten van muurschilderingen (15de eeuw) op de zijmuren van het hoogkoor. Deze taferelen, volgens de ‘Rol van Sint-Kwinten’, handelen over de “vita” van de Heilige.
Bouwstijl
Omstreeks 1440 werd met de bouw begonnen, deze verliep in verschillende fazen. Het koor en de transepten behoren tot de Brabantse hooggotiek, terwijl de middenbeuk en de zijbeuken in eenvoudige boerengotiek werden uitgevoerd.
Preekstoel
De barokke, eikenhouten preekstoel (tweede helft 17de eeuw) is versierd met reliëfbustes van Christus, de vier evangelisten en Sint-Kwinten.
Doopvont
De doopvont bevindt zich in de doopkapel onder de toren, achter een smeedijzeren hek in Lodewijk de XVde stijl (1765). Het is een laatgotische stenen kuip met inscripties (1560) en een deksel in gedreven koper met tegengewicht (1779).
Koorgestoelte
In het barokke koorgestoelte (18de eeuw) aan de noordzijde ziet men verheven vrouwenfiguren afgewisseld door vrouwelijke hermenbeelden die de ‘deugden’ voorstellen. De ‘Liefde’ en de ‘Wijsheid’ ontbreken wegens een diefstal in september 2002. Aan de zuidzijde ziet men verheven mannenfiguren afgewisseld door mannelijke hermenfiguren die de ‘apostelen’ met hun attributen voorstellen. De apostel ‘Paulus’ ontbreekt door dezelfde diefstal in 2002
Zijaltaren
In het noordertransept staat een altaar ter ere van Onze-Lieve-Vrouw. Het is versierd met een 17de eeuws beeld van “Onze-Lieve-Vrouw van Vrede en Zoet Akkoord” van de hand van Artus Quellinus de Jonghe. Het barokke altaar gewijd aan Sint-Anna staat in hetzelfde transept. Het bevat het schilderij van Gasper de Crayer (ca. 1618) ‘St.-Anna-ten-Drieën’, met voorstelling van de H. Anna, de H. Maagd Maria, het kind Jezus, omringd door vijf pestheiligen: St.-Christoffel, St.-Rochus, St.-Antonius-abt, St.-Adrianus en St.-Sebastianus. Het zuidelijke zijaltaar wordt eveneens gesierd door een schilderij van Gaspar De Crayer: “Het visioen van de H. Theresia van Avila.” Het barokaltaar in de zuidertransept is versierd met het 18de-eeuwse schilderij “De marteling van Sint-Kwinten” (van de hand van Pieter Jozef Verhaghen) en een beeld van Sint-Kwinten als Romeins soldaat (17de eeuw) van de hand van Artus Quellinus de Jonghe. Een gepolychromeerde beeldengroep stelt “De drie Heilige Gezusters” voor: Berthilia, Eutropia en Genoveva.
Schilderijen
De kerk bezit nog meerdere schilderijen, waaronder diverse werken van de barokschilders Jan Jozef Verhaghen: “Ecce Homo” (1779), “Het heilige aanschijn” (1778), “De bespotting van Jezus” (1781), en Pieter Jozef Verhaghen: “Engel troost Jezus in de olijfhof” (1791), “Christus met de doornen gekroond” (1784). “De geseling van Christus” (1791). Het schilderij van “Het laatste avondmaal” is van de hand van de Leuvense stadsschilder Jan Willems en dateert uit de vroege Renaissance (1521). “De processie naar Basse-Wavre” (1653, Brabantse school) is een uniek tijdsdocument van de laatste pestperiode aan de Sint-Kwintens kerk. “De aanbidding van de herders” en “De graflegging” worden beide toegeschreven aan de Vlaamse school (17de eeuw). “Het mystieke huwelijk van de Heilige Catharina” is een 18de eeuwse kopie van een werk dat eveneens wordt toegeschreven aan de Vlaamse school.
Grafstenen
In totaal zijn er nog 37 grafstenen aanwezig in de kerk. Het oudste graf is dat van Leo van Lacousture (
1561) en zijn echtgenote (
1573). Verder liggen hier onder meer begraven: Jan van Strijen, bisschop van Middelburg (
1594). Catharina Van Dycke (
1620), nichtje van Margareta van Parma. Golinus van ’t Sestich en Catharina van Vlaanderen (wit marmer, 16de eeuw). professor Johannes Libertus Hennebel, 18de eeuw. Philippus Gudelinus, schepen van de stad (
1674).
Glasramen koor en transepten
In 1937 werd de kerk bij koninklijk besluit beschermd als monument. In de eindfase van de restauratiewerken van 1970 werden nieuwe, moderne glasramen geplaatst, ontworpen door Michel Martens (
2006). Het noorder- en zuidertransept zijn versierd met gebrandschilderde glasramen uit de 19de eeuw, met voorstellingen van respectievelijk de H.H. Franciscus, Dominicus, Augustinus, Benedictus en de H.H. Eugenius, Carolus-Borromeus, Clemens en Eduardus.
Kapel “Jezus in ’t Steentje”
Langsheen de Naamsestraat, in de tuin van het vroegere kerkhof, bevindt zich een kapel gebouwd in 1814 (architect Ange de Bruyn). Een steen in het altaar stelt een archaïserend Christusbeeld voor, dat volgens de overlevering ieder jaar groter wordt. Vandaar “Jezus in ’t Steentje”. Onder de Leuvense bevolking is de kapel meer bekend onder de benaming van “Kapel van Janneke de grijzer” naar een thans verdwenen beeldje van de wenende (in het dialect ‘grijzend’) Johannes. Het werd aanroepen door menige ouders met ‘huilpeuters’ opdat hun kinderen minder zouden wenen. Volgend liedje was vroeger algemeen bekend: “Janneke de grijzer - Tien pond ijzer - Tien pond lood - Janneke de grijzer is niet dood”.