01 januari - 31 december
ma 8.30 - 18.00
di 8.30 - 18.00
woe 8.30 - 18.00
do 8.30 - 18.00
vr 8.30 - 18.00
za 8.30 - 18.00
zo 8.30 - 18.00
In 1069 was Westouter al een zelfstandige parochie. De kerk was aanvankelijk een romaanse kruiskerk dat in de loop der eeuwen gotisch was verbouwd tot een driebeukige hallenkerk. In 1794 werd de kerk geteisterd door een brand. In de periode 1805-1807 vatte men de herstellingswerken aan waarbij men de kerk ook vergrootte.
Hoewel het dorp tijdens WO I onbezet gebied was, werd het fel beschoten en was de kerk zwaar beschadigd. Enkel de achthoekige romaanse toren bleef enigzins bewaard. De huidige neogotische kerk kwam tot stand in 1922-23 (architect J. Coomans) op de oude grondvesten. Het werd herbouwd als een driebeukige hallekerk in typische gele polderbaksteen. Het basrelief in het kerkportaal wijst op de terugkeer van de soldaten en de krijgsgevangenen van Westouter.
Belangrijke interieurelementen: biechtstoel (17-18de eeuw) en orgel (Jules Anneessens; 1920-29).
Op het kerkplein staat de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Czestochowa (Polen) ter nagedachtenis van de bevrijding op 6 september 1944.
‘Het Laatste Avondmaal’ van de Oostenrijker Hans-Heinz Göll werd in 1958 in het keramiekatelier ‘Perignem’ in Beernem als voorpaneel voor een altaar gecreëerd. In 2008 schonk Elisabeth Vandeweghe het aan de parochiekerk.
Links achteraan de kerk bevindt zich de oudste van de drie aanwezige biechtstoelen. Deze 17de-eeuwse eikenhouten biechtstoel schittert in zijn eenvoud. De twee andere dateren uit 1924.
De vier evangelisten afgebeeld in het houtsnijwerk zijn - samen met de Christus uit de lezenaar - restanten van de preekstoel uit 1925, die in 1970 werd ontmanteld. Van links naar rechts ontmoeten we Marcus (leeuw), Matheus (engel), Lucas (stier) en Johannes (arend).
In zes schilderijtjes geeft de Westouterse kunstenares Jenny Heyman haar interpretatie van het ‘Zonnelied’ van Franciscus van Assisi.
Met ‘Je fus fet en lan 1597’ vertelt het oudste en kleinste klokje van de kerk dat het in 1597 werd gegoten. Het is te oud en te broos geworden om nog naast haar jongere zus en broers Maria-Rosa (1929), Eligius (1929) en Donatus (1977) te functioneren.
Boven de ingang van de kerk zie je een keramisch werk van de Poperingse kunstenaar Lucien De Gheus. Het herinnert aan de veilige terugkeer van alle Westouterse gedeporteerden na de Tweede Wereldoorlog. Pastoor Albert Ghesquière schonk het in 1957 aan de kerk naar aanleiding van zijn gouden priesterjubileum.