01 maart - 31 oktober
ma 10.00 - 19.00
di 10.00 - 19.00
woe 10.00 - 19.00
do 10.00 - 19.00
vr 10.00 - 19.00
za 10.00 - 19.00
zo 10.00 - 19.00
01 november - 28 februari
ma 10.00 - 17.00
di 10.00 - 17.00
woe 10.00 - 17.00
do 10.00 - 17.00
vr 10.00 - 17.00
za 10.00 - 17.00
zo 10.00 - 17.00
op weekdagen : 11.00 (crypte)
zaterdag : 18.00 • zondag : 10.00
Deze kerk bevindt zich op het Brugmannplein, dat met restaurants, boekwinkels en handelszaken een Parijse allure heeft. Ze werd gebouwd in de jaren dertig in neo-romaanse stijl dankzij een schenking van Frederic Brugmann, neef en opvolger van grondbezitter Georges Brugmann naar wie het plein is genoemd.
De binnenafwerking is in rode baksteen met een mozaïek betegeling. In het schip wisselen pilaren in witte steen en in baksteen elkaar af. In het koor staat een beeld van de Maagd in witte steen. Bemerk het grote orgel. De biechtstoelen in rood Carraramarmer geven een Art Deco-toets.
Er bevinden zich enkele mooie glasramen in het koor en in de rosas van Crespin en Colpaert, maar belangwekkender zijn de heel recente glasramen van Jan Goris. Daarvan staan er al vijftien in het koor maar acht andere zijn nog op komst. Ze beelden symbolisch, zij het met enkele figuratieve trekken, het leven van Maria uit van de Blijde Boodschap tot de Hemelvaart, langs de hoogtepunten uit Jezus’ leven. Goris maakt er een spel van lijnen van, met superbe pastelkleuren die aan aquarel doen denken. De glasramen laten mediteren over de spirituele levensloop van Maria. Grote kunst, die je ten volle kunt doorgronden door een toelichting door Jan Goris zelf.
De glas-in-loodramen zijn in 2014 vernieuwd, door Jan Goris. Ze zijn eenvoudig, een spel van lijnen en kleuren in pasteltinten die doen denken aan de aquarellen. Ze versieren de kerk boven het koor en de roosvensters van het portiek. De roosvensters werden destijds ontworpen door Louis-Charles Crespin en uitgevoerd door de meester-glasblazer Florent-Prosper Colpaert.
Kubistische biechtstoelen met een Art Deco toets, in koningsrood Carraramarmer, door Julien De Ridder.
Oorspronkelijk een romantisch orgel uit het Huis Slootmaeckers van Brussel in 1916. Het werd in 1932 gerestaureerd en in 1934 in de nieuwe kerk geïnstalleerd door de firma Agneesens. In 1964 werd het in neoklassieke stijl omgebouwd door het Huis Stevens. Het werd in 2000 uitgebreid en in romantische stijl gerestaureerd.
In het koor, witte stenen beelden (Sint-Jacob, Sint-Petrus, Sint-Andreas en Sint-Johannes) ondertekend met Pierre De Soete, 1934. Eenvoudig marmeren altaar met een sober beeld van Maria door de beeldhouwer Oscar Sinia, 1947. In het koor staat een groen marmeren altaar, omgeven door een koperen rooster en versierd met reliëfs, eveneens in koper, die de knielende heilige Germaine en de heilige Ferdinand voorstellen.
Diverse houten beelden, waaronder een Christus aan het kruis uit de 17e eeuw, twee engelen uit de tweede helft van de 18e eeuw en een Calvarieberg met Maria Magdalena uit de 16e eeuw.
Marmeren doopvont met de inscriptie "C. J. J. Emerentiana Prins me dedit" en "Fl(oris). De Cuijper me fecit', 1934; koperen deksel ook van De Cuijper maar gestolen in 2002 en sindsdien vervangen door een nieuwe creatie van het atelier Slabbinck (Brugge). Het koperen deksel en het ijzerwerk dat de doopvont omlijst, door René Torchebus, 1934, zijn verdwenen.
Daterend uit de 18e eeuw, gegoten door het Huis Van den Gheyn en waarschijnlijk afkomstig van de beiaard van Sint-Jacob-op-Koudenberg.
In de kleine groene ruimte achter de kerk staat een Japanse kersenboom die sinds 2003 is opgenomen in de inventaris van opmerkelijke bomen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bronnen :
Inventaire du Patrimoine architectural
Wikipedia