01 januari - 31 december
ma 10.00 - 12.00
di 17.00 - 19.30
woe -
do 14.30 - 16.30
vr -
za -
zo 10.00 - 13.00
+ op aanvraag indien beschikbaar: +32 470 206 519
Een eerste kerk bestond al in 1210, op de huidige plek; we weten niet aan wie deze was gewijd. Deze was echter kleiner dan de huidige kerk en lijkt een rieten dak te hebben gehad.
De kerk werd in 1523 afgebroken en heel langzaam herbouwd. Ze werd 45 jaar later, in 1568, ingewijd. Deze tweede kerk, in gotische stijl, was gewijd aan Sint Catharina. Ze werd vergroot en bedekt met leisteen. In de 17e eeuw werd de kerktoren gebruikt als wachttoren tijdens de onrustige tijden die werden veroorzaakt door de oorlogen die onze streken vaak teisterden.
Omdat hij te vervallen was, werd hij in 1834 afgebroken en vergroot. Hij werd ingewijd op 28 april 1837 en is een van de zeldzame neoclassicistische heiligdommen in onze regio.
Een van de meest opmerkelijke architecturale kenmerken van het interieur is het halfronde gewelf, waarvan het centrale motief de Hemelvaart van de Maagd Maria uitbeeldt. Dit meesterwerk werd gemaakt door Delbove en Lambillotte, meester plafonddecorateurs en ornamentalisten uit Farciennes, die in heel België en daarbuiten een solide reputatie hadden opgebouwd vanwege de kwaliteit van hun werk.
De kwaliteit van het meubilair dat werd gebruikt om de kamer te versieren is ook opmerkelijk. Deze voorwerpen zijn erfenissen van voormalige religieuze gebouwen in Farciennes: de Louis XV-meubels komen uit het voormalige klooster Saint-François, dat in 1797 werd gesloopt door de Franse revolutionairen. Het gotische meubilair komt uit de voormalige kapel Saint-Jacques in Tergnée, een gehucht op 1 km van het centrum, dat in 1851 werd ontmanteld om te voldoen aan de behoeften van de kolenmijnen.
De restauratie en het schilderen van de kapitelen van de zuilen werd voltooid in 2017.
KIKIRPA : online fototheek
La voûte est divisée en trois quartiers décorés de staffs, dont le motif central est l'Assomption de la Vierge Marie. Les ornementations, staffs et stucs sont l'oeuvre de Joseph Delbove et Paul Lambillott originaires de Farciennes, maîtres plafonneurs-ornementalistes, qui avaient acquis une solide réputation dans nos régions et même au-delà de nos frontières. Avec leurs ouvriers, ils ont travaillé bénévolement à la reconstruction de l'église.
Ateliers brabançons - 1610.
En mai 2013, le conseil de Fabrique de l’Assomption recevait, par don, une statue en chêne de grande valeur représentant un Christ de pitié enchaîné, d’une hauteur de 150 cm, d’un poids d’environ 200 kg. Les donateurs, les membres de la famille Orban, originaires de Farciennes, détenaient cette statue depuis plusieurs générations. Ce chef d’œuvre est resté exposé de nombreuses années dans une chapelle-grotte enclavée dans l’habitation de la famille Orban et située ruelle Orban, dite "la Straulette", à proximité de la Grand-Place, sans avoir subi les affres du temps. Elle était polychrome à l’origine mais a été décapée en 1983.
L'orgue fut construit par le facteur d'orgue Hyppolyte Loret en 1847. Il a été restauré par Jean-Emile Kerkhoff en 1879. Nous conservons dans nos archives le devis original de 1879 qui s'avère être le plus ancien devis connu de ce facteur d'orgue.
En 1960, restauration et transformation par la firme Stevens qui ajout un deuxième clavier et une console indépendante.
En novembre 2017, la Fabrique d'église de l'Assomption fait l'acquisition d'une nouvelle console numérique (trois claviers-pédalier) qui commande à la fois l'orgue à tuyaux et un puissant instrument numérique.
L'église de Farciennes est ainsi la première en Belgique à être dotée d'un orgue "hybride" de cette taille.
Fonts baptismaux en pierre calcaire carbonifère de style gothique du XVe siècle, provenant de Piéton. Ils se trouvaient dans l’ancienne église de la Sainte-Famille à Grandchamp (hameau de Farciennes).
Lors de la démolition de l’église (suite à l’expropriation de ce quartier en 1976), ils ont été amenés dans la chapelle du Louât. Une partie de la chapelle ayant été cédée à l’école, ils sont revenus tout naturellement en l’église de l’Assomption.