Van waaruit je het centrum van Rillaar ook nadert, altijd zal je getroffen worden door de wisselende zichten op de bijzondere architectuur van de Sint-Niklaaskerk. Dit neoklassiek aanzicht werd bepaald door provinciaal architect Alexander van Arenberg van Leuven. Reeds in de 13de eeuw was hier sprake van een kapel. Rillaar was de eerste bijkerk van de uitgestrekte parochie Aarschot. De eerdere kerk, opgetrokken in ijzerzandsteen, raakte rond 1800 in verval. Wanneer de toren in de winter van 1860 bij een hevig onweer afbrandt, wordt tussen 1864 en 1868 een nieuw kerkgebouw in baksteen met zandstenen accenten gebouwd. Op de vrij hoge vierkante torenbasis, verrijst een elegant achthoekige klokkentorentje bekroond met een heerlijke lantaarn en peer.
Binnen word je getroffen door de ruime achtkantige koepel van 21,5 meter hoog. Het gevoel van ruimte wordt versterkt door het opzet van de ‘hallenkerk’. De grote ramen en de witgeschilderde muren zorgen voor een helder levendig licht dat op een subtiele wijze het witte neorenaissance portiekhoofdaltaar van 1872 benadrukt.
De kerk bezit een fraaie verzameling laat middeleeuwse gepolychromeerde beelden in gotische of folkloristische stijl. Boeiend zijn onder andere de triomfgroep of calvarie, Christus op de koude steen en Onze-Lieve-Vrouw met Kind, waarvan de naam van de maker ‘Maître de la Madonne de Piétrebais’, ons 500 jaar terug in de tijd projecteert. De glasramen met heiligen van glazenier Ferdinand Crickx uit het vroege interbellum en van Frans Hermans uit de jaren ‘50 van vorige eeuw, ademen eenzelfde landelijke sfeer.