01 april - 31 oktober
ma 9.30 - 18.00
di 9.30 - 18.00
woe 9.30 - 18.00
do 9.30 - 18.00
vr 9.30 - 18.00
za 9.30 - 18.00
zo 9.30 - 18.00
01 november - 31 maart
ma 9.30 - 17.00
di 9.30 - 17.00
woe 9.30 - 17.00
do 9.30 - 17.00
vr 9.30 - 17.00
za 9.30 - 17.00
zo 9.30 - 17.00
elke dag : 9.30-18.00
asbl Tourisme et Culture de Celles +32 497 30 73 34
zondag 11.00
Er is meer dan één reden voor een bezoek aan deze kerk. De Saint-Hadelinkerk is één van de mooiste, primitief romaanse kerken van het land en is erkend als Waals Erfgoed. Vooral de versterkte toren maakt haar tot een imposante massa.
Binnen heeft de witgekalkte kerk alles om de aandacht gaande te houden: houten koorgestoeltes (13de eeuw) die dienden voor de kanunniken, twee crypten van de 7de en de 12de eeuw, een voor deze bouwstijl typische houten zoldering, grafstenen van de plaatselijke heren (de Beaufort, de Liedekerke-Beaufort), een doopvont (13de eeuw) en een reeks beelden van onder meer Sint-Hadelin die hier in de 7e eeuw leefde.
Hadelin was een volgeling van Sint-Remacle die de streek bekeerde en er een klooster stichtte. Verschillende mirakels zijn aan hem toegeschreven zodat het dorp een bedevaartsoord werd. Daarop bouwden de monniken de collegiale kerk in de 11de eeuw. Ze is sindsdien weinig veranderd. De herinnering aan de heilige wordt levendig gehouden door de jaarlijkse feesten op 3 februari of de zondag daarop.
Ook de omgeving is erg aantrekkelijk: mooie dorpshuizen, een bekoorlijk beekje, een oude kluis… Dat alles maakt dat Celles werd uitgeroepen tot een van de Mooiste Dorpen van Wallonië.
Les Plus Beaux Villages de Wallonie (NL)
Het schip heeft een lengte van een 20-tal meters en het is onderverdeeld in 5 travees door een rij van telkens 4 vierhoekige pijlers, zonder bassement en afgezoomd aan de bovenkant met een eenvoudige boogdrager van de kolomplaat, vertrekkend van de volle bogen.
De hoofdbeuk is dubbel zo hoog als de twee kleine zijbeuken en tweemaal zo breed.
De belichting komt van twee rijen vensters van middelmatige grootte zonder versiering en in rondboog.
De beuk en de kruising met het transept zijn bedekt met een zoldering van samengevoegde planken, hetgeen typisch is voor vroeg-romaanse kerken.
In het voorste deel van het koor kan men een prachtig koorgestoelte bewonderen, dat heel eenvoudig is en dagtekent uit de 13e eeuw.
De ribben van het gewelf worden door 4 pijlers ondersteund die, in 1595 ,4 achthoekige marmeren zuilen vervingen van ottomaanse stijl, waarvan nog één exemplaar te bewonderen is op de vloer. Op de oostelijkde muur bemerkt men de opening van een diepe nis waarvan de afmetingen precies overeenkomen met deze van het schrijn van de Heilige Hadelinus. De ruwe afwerklng van het bouwsel ter hoogte van de torentjes is opvallend. Dit is het oudste gedeelte van het monument en de noordelijke muur heeft een dikte van 1,80 m.
Hij is samengesteld uit een deel van het achterkoor, het balkon, een derde overloop en hij is eigenlijk een verdedigingstoren. Bewijzen hiervan zijn de talrijke schietgaten.
Het acherkoor doet dienst als doopkapel. Aan beide zijden staan de deuren die toegang geen tot de torentjes.
De grote boog werd geschapen in 1868.
Boven het achterkoor, een balkon, destijds toegewijd aan de Heilige Michaël, verdediger tegen de krachten van het kwaad. Oorspronkelijk bestond deze grote boog niet.
In het gebouw treft men meerdere grafstenen aan, waarvan één ingemuurd, dagtekenend uit de 15e eeuw. Hij stelt Louis de Beaufort voor, helemaal bewapend, en zijn echtgenote Marie de Boulant. Een andere grafsteen in de vloer (2,35m x 1,45m) in zwarte marmer van Dinant, gedragen door 4 kariatiden en in bas-reliëf gebeeldhouwd: in het midden staat Jezus aan het Kruis, rechts de Heilige Maagd die de hand legt op de overledene (Louis de Beaufort) en links Sint Jan, die de overleden dame Marie de Cottereau bijstaat.
Half ingegraven, is ze gewelfd met ribben en verdeeld in 3 beuken door 4 pilasters en halve zuilen in de muren. Ze krijgt licht via de schietgaten op het niveau van het kerkhof. Aan de oostzijde staat een nogal eenvoudig altaar. Het is op die plaats dat de bedevaarders van de 11e eeuw boete kwamen doen.
Geboren in Aquitanië, leerling van Sint Elooi en metgezel van de Heilige Remaclus, is de Heilige Hadelinus een monnik-missionaris, toegekomen te Celles in 669. Hij stichtte er een klooster.
Wanneer hij sterft in 690, leggen zijn medebroeders zijn lichaam in een schrijn dat zij inbouwen in de westerse crypte van de kerk. Meerdere mirakels worden aan de heilige toegeschreven en het dorp wordt een bedevaartplaats. Binnenkort zal het 1000 jaar geleden zijn dat zijn discipelen een kerk bouwden zoals deze ons vandaag nog bekend is.
In 1337 vluchtten de monniken weg uit Celles om zich te Visé, nabij Luik, in een refugiehuis te vestigen omwille van de moeilijkheden hen berokkend door de Heren van Celles.
Omwegen en andere pelgrimstochten in Namen (lus 5) - Deze tocht voert u in de voetsporen van twee belangrijke pelgrimstochten uit die tijd: de ene gaat terug naar de Middeleeuwen en de andere naar de 17e eeuw. Wat hebben ze gemeen? De komst van de groten van deze wereld om te bidden en te mediteren.