01 maart - 30 september
ma 10.00 - 17.00
di 10.00 - 17.00
woe 10.00 - 17.00
do 10.00 - 17.00
vr 10.00 - 17.00
za 10.00 - 17.00
zo 10.00 - 17.00
01 oktober - 28 februari
ma 10.00 - 16.00
di 10.00 - 16.00
woe 10.00 - 16.00
do 10.00 - 16.00
vr 10.00 - 16.00
za 10.00 - 16.00
zo 10.00 - 16.00
Een romaanse bidplaats die volgens een verloren gegane oorkonde al voor 964 zou bestaan hebben, ruimde rond 1364 plaats voor een gotische kruiskerk met vieringtoren.
Wanneer de eeuwenoude parochie van Bazel in 1559 gevoegd werd bij het bisdom van Gent, worden de eerste grote verbouwingswerken aan de kerk ingezet. Zo werden de kruisbeuken in deze periode toegevoegd evenals het koor vernieuwd. De beeldenstormers brachten echter heel wat schade aan tussen 1578 en 1587. In de loop van de 17de eeuw werden de herstellingswerken aangevat en werd de kerk verder aangepast aan de esthetiek van de hoge Gotiek o.a. door het houten tongewelf in het schip te vervangen door gotische stenen kruisribgewelven. Hierdoor werden de oorspronkelijke romaanse bovenlichten en muurschilderingen verborgen. De kerk werd in de 17de eeuw eveneens voorzien van zijbeuken die in de loop van de 2de helft van de 17de eeuw reeds werden vernieuwd en uitgebreid.
In 1879 brandde het hoogkoor volledig uit. De herstellingswerken combineerde men met een uitbreiding van de kerk om tegemoet te komen aan de noden van de toegenomen aantal kerkgangers. Het ontwerp van de nieuwe kerk werd geleverd door architect P. Van Kerkchove, bouwmeester van het stadshuis van Sint-Niklaas. De voorgevel van de kerk werd afgebroken en één travee verder terug opgebouwd. Ook werden de gotische stenen gewelven 2 meter hoger geplaatst zodat de binnenruimte veel luchtiger lijkt. Het is globaal in deze vorm dat de Sint-Petruskerk nog steeds bestaat.
Het interieur en het meubilair van de kerk is zeer kunstzinnig en veelal bekostigd door de parochianen. Zo zijn verschillende objecten, waaronder de preekstoel en biechtstoel, van de hand van twee bekende 18de-eeuwse beeldhouwers en houtsnijwerkers uit Temse: Adriaan en Filip Nijs. Verder zijn de classicistische lambrisering, de neogotische altaren en de koorbanken een kijkje waard.
De preekstoel (1727) met onderaan op de sokkel de figuur van Sint- Pieter, patroonheilige van de parochie, wordt toegeschreven aan de kunstenaar Adriaan Nijs en de schrijnwerker Martinus van Caster. Op de kuip bevinden zich medaillons met busten van O.L.Vrouw, Christus en de H. Johannes de Doper, tussen de symbolen van de 4 evangelisten: de os, symbool voor Lucas; engel, symbool voor Mattheus; arend, symbool voor Johannes en leeuw, symbool voor Marcus.
Aan het begin van de trap zien we hermenbeelden van de H. Johannes de Doper en Mozes.
In het priesterkoor ligt de grafsteen van Servaas van Steelant, baljuw van het Land van Waas, overleden op het kasteel Wissekerke in 1607. Tijdens de laatste restauratie (1998-1999) werd besloten om de grafsteen niet terug onder de vloer te begraven zoals men gedaan had bij de herstellingen in 1879, moment waarop de nieuwe rode vloer van Rupelmondse baksteen werd gelegd.
Als hofdame van keizerin Marie-Louise - Napoleons tweede vrouw - onderhield Zoé de Feltz een vriendschappelijke band met de keizer en diens vrouw. Bij het doopsel van hun zoon - de koning van Rome - in 1811 bekleedde zij een bijzondere plaats. Terwijl prinses Aldobandini het doopmutsje vasthield, hielden de gravinnen Vilain XIIII en de Beauveau de waterkan en het zoutvaatje vast. Bij deze gelegenheid schonk Napoleon aan Zoé de Feltz een aandenken: de parure van gouden oorbellen en een gouden halsketting bezet met amethisten omringd door kleine briljanten. Op 15 mei 1852 – één jaar voor haar dood - schonk Zoé de sieraden aan de kerk van Bazel. Een replica is hier tentoongesteld.
Voor het O.L.Vrouw altaar en naast het hoofdaltaar is de doopvont geplaatst. Deze doopvont bestaat uit een hardstenen kuip en schacht, met een koperen deksel en is van de 17e eeuw. Het bijhorende hengselwerk (draaiboom) is uit de 18e eeuw en is in fraai smeedwerk uitgevoerd.
Voor het rechtse zijaltaar, het Sint Pietersaltaar, staat een stuk van de communiebank (eik), overgebleven na de brand van 1879. Deze communiebank is van de hand van Adriaan Nijs en dateert uit 1730. Pieter Stuer, inwoner van Bazel, overleden in 1730 had bij testament het geld geschonken nodig voor het maken van een communiebank. Het is een fragment dat een voorstelling geeft van het Lam van de Apocalypsis in stralen- en wolkenkrans samen met Eucharistische symbolen.
Het “toeristisch hoekje” achteraan in de kerk is gegroeid uit een initiatief van "De Ghesellen van Sint Pieter” die een cd-rom maakten met reconstructies en met een virtuele wandeling door de kerk en haar verborgen plekjes, zoals de gewelven en de toren. Deze cd-rom kan u bekijken op het scherm. U kunt navigeren door de inhoud met de bediening op de zwenkarm. Voor de studie van de toren werd de maquette gemaakt. Zij is naar de werkelijkheid uitgevoerd op schaal 1/10. Aan de andere kant van de ingang vindt u een reeks plannen van de kerk uit 1879. Zij geven een beeld van de kerk voor en na de brand van 1879. Er werden toen ingrijpende wijzigingen aan het gebouw aangebracht.