01 april - 30 september
ma 9.00 - 18.00
di 9.00 - 18.00
woe 9.00 - 18.00
do 9.00 - 18.00
vr 9.00 - 18.00
za 9.00 - 16.30
zo 9.00 - 16.30
01 oktober - 31 maart
ma 9.00 - 16.30
di 9.00 - 16.30
woe 9.00 - 16.30
do 9.00 - 16.30
vr 9.00 - 16.30
za 9.00 - 16.30
zo 9.00 - 16.30
Groepen kunnen een geleid bezoek aanvragen op het nummer +32 2 720 75 03 (Jan Soens, voorzitter van de kerkfabriek).
Via een aanraakscherm lees, zie en hoor je uitleg over het leven van Antoon Van Dyck, de geschiedenis van zijn schilderij ‘De liefdadigheid van Martinus’ en de kerk en haar omgeving.
De 17de eeuwse gotische kerk heeft in de onderbouw van de toren nog resten van de romaanse kerk uit 1100. In de zuidmuur zit ook nog een dichtgemetselde romaanse ingang. In de 19de eeuw werd de kerk vergroot. Ze telt drie beuken met één dwarsbeuk. Later kwam er nog een sacristie bij.
De zijaltaren dateren uit 1750 en zijn uitgevoerd in barokke stijl. Andere barokke elementen zijn grotendeels weggenomen, met uitzondering van een beeld van Sint-Ambrosius. Het hoofdaltaar is recenter (19de eeuw). De biechtstoelen, de communiebank, de doopvont en het orgel zijn 17de en 18de eeuws. Zie ook enkele grafstenen uit 17de en 18de eeuw.
De patroon Sint-Maarten is terug te vinden op het schilderij van Antoon Van Dijck ‘Sint-Maarten verdeelt zijn mantel’ (1625 of 28). De kunstenaar verbleef in de gemeente in 1624 (het Van Dijckhuis aan de Parklaan). Het reliekschrijn van St.-Maarten is dan weer een werk van Filip Dusart uit 1735.
Verder zie je o.a. de schilderijen ‘Opdracht van Jezus in de Tempel’ door Felix Caullet en ‘Marteldood van Sint-Blasius’ door Gaspar de Crayer.
De houten vergulde relikwiekast werd in 1735 door Filip Dussart vervaardigd. Het vergulde beeld er bovenop stelt Sint-Martinus te paard voor terwijl hij zijn mantel deelt met een bedelaar. Het beeld zou stammen uit de 17de eeuw. Zowel in 1735 als de jaren nadien werd tijdens de kermis op de eerste zondag van juni het reliekschrijn in de processie meegedragen. Geen van de drie vroeger bestaande processies gaat nu nog uit.
Van Dyck schilderde op 22-jarige leeftijd dit schitterend werk in opdracht van Ferdinand de Boisschot, de eerste baron van Zaventem. Volgens een mooie plaatselijke legende, honderd jaar na de feiten opgetekend, was van Dyck op doorreis naar Italië, werd te Zaventem verliefd op de dochter van Drossaard Van Ophem en schilderde tijdens zijn twee maanden durend verblijf het bekende schilderij. Een bijna identiek schilderij hangt ook in Windsor Castle in Engeland en ook nog voor 1621 schilderde van Dyck dit thema een tweede maal.
In 1769 kocht men een nieuw orgel en uit die tijd dateert ook grotendeels de huidige eiken orgelkast. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het orgel herbouwd door de Brusselse orgelbouwer en later Frans staatsburger, Joseph Merklin (1819-1905). Later werd het orgel nogmaals grondig getransformeerd door de Leuvense orgelbouwfamilie Van de Loo. De hedendaagse pneumatische windladen zijn van vrij recente oorsprong. Het orgel omvat twee klavieren en één pedaal.
Van deze Zaventemse kunstenaar is dit een belangrijk schilderij. Door de goede belichting komt het gevarieerde coloriet volledig tot zijn recht. De donkere kleuren waarmee de apostelen zijn geschilderd verbeelden de angst waarin deze verkeren en de lichtende figuur van Christus verschijnt als een hoopgevend lichtpunt in de storm van het leven.
Koper was het geliefd materiaal van deze grote sacrale kunstenaar. Het is duidelijk dat hier de anatomische weergave en de natuurlijke expressie ondergeschikt zijn aan de spirituele boodschap. In het museum in Halle hangt een gelijkaardige kruisweg uit dezelfde periode:1940-1941.
Na de dood van Rubens in 1640 behoorde Kasper of Gaspar de Crayer tot de belangrijkste en meest toonaangevende kunstenaars van de Zuidelijke Nederlanden. Hij kreeg veel opdrachten en hield er een groot atelier op na. Volgens een onwaarschijnlijk verhaal kocht Victor Vangramberen (deken van Zaventem van 1927 tot 1965) het schilderij van een pachter die het op zijn hooizolder had ontdekt. Vermoedelijk behoorde het schilderij vroeger al tot het patrimonium van de kerk en werd het verborgen tijdens de Franse overheersing.
Op het linkse glasraam zijn O.-L.-Vrouw van Lourdes en de H. Bernadette afgebeeld met onderaan de ouders van Johannes de Doper, de heiligen Joachim en Anna. Op het middelste zien we het Heilig Hart van Jezus met de grote verspreidster van deze devotie de H. Margaretha-Maria Alacoque; onderaan de heiligen Blasius en Martinus. De Heilige Jozef en paus Pius X zijn het hoofdonderwerp van het rechtse glasraam met onderaan de apostelen Petrus en Paulus.
Het archief van de familie Craponnier bevindt zich in het KADOC te Leuven.