De verering van Onze-Lieve-Vrouw van Dadizele dateert
reeds van de veertiende eeuw. Het albasten beeld stamt uit de Middeleeuwen en werd op 20 april 1902 plechtig gekroond. Bedevaarders zoeken troost bij het
miraculeuze beeld in de basiliek.
Basiliek is in de rooms-katholieke kerk een eretitel, bijvoorbeeld voor een bedevaartskerk.
In 1481 werd het stoffelijk overschot van
ridder Jan, heer van Dadizele, bijgezet in de kerk. Sedert 1982 (500 jaar praalgraf) kan men in de crypte zijn degen, handschoen en zo meer bekijken.
Rechts van de basiliek is er de toegang tot het
Rosarium, het Mariagebedspark dat op initiatief van bisschop De Smedt en onder leiding van pastoor Deweer in 1956 werd opgetrokken.
Langs de toegangsweg tot het rosarium zijn de
drie legenden afgebeeld:
1. Onze-Lieve-Vrouw wil een kapel in Dadizele.
2. Ze wijdt zelf de kapel in. Als teken is er een rode draad rond de kapel.
3. Jan Onraedt wordt door Onze-Lieve-Vrouw in zijn droom aangemaand om koster te worden.
Een wandelpad brengt ons bij de
15 taferelen van de mysteries van de rozenkrans. Blijde, droevige en glorierijke mysteries vindt men, zowel in de kapelletjes, als op de zuilen in het park. De mysteries van het licht werden op doek vastgelegd in de grote openluchtkapel. Onder deze kapel bevindt zich een gebedscrypte. In het gebedspark staan beeldhouwwerken van de hand van de schilder-beeldhouwer
Godfried Theuninck. Ook het gesculpteerde altaar en de lezenaar werden door hem gemaakt.
Heel wat mensen houden er aan om in het landelijke Dadizele al biddend en bezinnend de
kleine ommegang van 1 km te doen bestaande uit 7 kapellen die de zeven weeën van Onze-Lieve-Vrouw uitbeelden. Er is ook nog een
grote ommegang van 4 km met 14 kapellen met taferelen uit de kruisweg en waarbij de laatste in de crypte van de basiliek te vinden is.
KIKIRPA : Fototheek online
Facebook