01 januari - 31 december
ma 11.00 - 18.00
di 11.00 - 18.00
woe 11.00 - 18.00
do 11.00 - 18.00
vr 11.00 - 18.00
za 11.00 - 19.00
zo 15.00 - 20.00
maandag tot vrijdag : 12.15
zondag : 10.30 en 18.30
Haar inboedel wordt geroofd maar in het begin van de 19e eeuw wordt alles teruggegeven. In de 19e eeuw volgt een ultieme vergroting van drie gewelfjukken (travees) en de bouw van een nieuwe klokkentoren met als doel de kerk Sint-Maurits op te waarderen tot een kathedraal, dit alles ter gelegenheid van de oprichting van het Bisdom Rijsel. Dit project is echter niet doorgegaan omdat tezelfdertijd beslist werd tot de bouw van de huidige kathedraal O-L-V van de Wijngaard.
Op vandaag bezit de kerk een opmerkelijk meubilair en een rijke versiering. Ze werd in 1914 geklasseerd als Historisch Monument en verwelkomt elk jaar talrijke bezoekers. Wanneer we haar gastenboek lezen maken we een wereldreis, getuigend hiervan de diversiteit van haar bezoekers.
Deze iconografie, ook wel Christus van medelijden genoemd, is zeer wijdverspreid in Noord- en Oost-Frankrijk. Ze illustreert een episode uit de Passie: Christus zit op een rots en wacht op zijn marteling. Met gebonden handen en voeten, gekleed in slechts een lendendoek en met een doornenkroon op het hoofd, belichaamt hij lijden en berusting.
Het beeld wordt meestal geplaatst tussen de stations X en XI van de kruisweg, dat wil zeggen tussen het moment waarop Christus van zijn kleren wordt ontdaan en het moment waarop hij aan het kruis wordt genageld.
In de noordelijke zijbeuk trekt een hoogreliëf de aandacht. Het is een monument ter ere van Charles-Ferdinand d'Artois, hertog van Berry (1778-1820), zoon van de toekomstige koning Karel X en troonopvolger van het huis Bourbon. Hij werd vermoord bij het verlaten van de Opéra de Paris, tijdens het bewind van zijn oom Lodewijk XVIII.
Al in 1815 had de hertog de wens uitgesproken dat zijn hart in Lille zou worden begraven en zijn lichaam in de koninklijke basiliek van Saint-Denis. Uiteindelijk werden zijn ingewanden in Lille bijgezet, terwijl zijn hart naar de kapel van het kasteel van Rosny werd overgebracht.
De realisatie van een gedenkteken in de Sint-Mauritiuskerk werd toevertrouwd aan architect Victor Leplus (1798-1851), die de plannen ontwierp, en aan beeldhouwer Étienne-Édouard Gois (1765-1836).
Het monument werd in 1822 ingewijd, maar al in 1831 weer ontmanteld na een opstand onder leiding van de Orléanistische clan van Lille. De beeldengroep werd toen in stukken gebroken en verspreid over verschillende locaties.
Pas in het begin van de jaren 1980 werd het monument opnieuw opgebouwd, met onder meer de allegorie van Lille, zittend aan de linkerkant, en die van de Religie, staand aan de rechterkant. Vandaag ontbreken alleen nog het altaar en het medaillon van de hertog van Berry, die vroeger de piramide sierden.
Het werk van de beroemde Brugse schilder Jacques Van Oost de Jonge (1639-1713) wordt gekenmerkt door een heldere en verfijnde Vlaamse barokstijl, met een sober naturalisme en een sterke spirituele intensiteit, typisch voor de Contrareformatie. Hij vestigde zich voor vele jaren in Rijsel, waar hij talrijke schilderijen maakte, waaronder die welke in het gebouw te zien zijn:
• Transverberatie van de heilige Theresia
• De vlucht naar Egypte
• De aanbidding van de herders
• Het huwelijk van de Maagd
• De presentatie in de tempel
• Sint-Carolus Borromeus bidt voor de pestlijders
• Sint-Antonius van Padua
• Het visioen van Sint-Jan van het Kruis
• Verheerlijking van Sint-Jan van het Kruis
Louis-Joseph Watteau (1731-1798), neef van de beroemde schilder Antoine Watteau, kwam oorspronkelijk uit Valenciennes, maar vestigde zich in Lille om van zijn kunst te leven. Hij speelde een doorslaggevende rol bij de oprichting van het toekomstige museum voor Schone Kunsten.
Tussen 1767 en 1768 schilderde hij een cyclus over de Passie, waarvan vier schilderijen te zien zijn in de Sint-Mauritiuskerk:
• De arrestatie van Christus
• Christus wordt gemarteld
• Jezus valt voor het eerst onder het gewicht van het kruis
• Christus aan het kruis
Dit polychrome houten beeld uit 1668 stelt Sint-Rochus voor, beschermheilige en genezer tegen de pest. Hij is gemakkelijk te herkennen aan zijn pelgrimskleding – waarvan hij de patroonheilige is – en aan de hond die hem vergezelt. Volgens zijn hagiografie bracht deze hond hem elke dag voedsel toen hij als kluizenaar in een bos leefde, getroffen door de pest. Uiteindelijk overleefde hij de ziekte en hervatte hij zijn leven in dienst van anderen. Hij had geneeskunde gestudeerd en bracht hulp aan vele mensen in de steden die hij doorkruiste.
Er is ook een engel afgebeeld in deze compositie, wat vrij zeldzaam is.
Het beeld werd in de kerk geplaatst nadat een pestepidemie datzelfde jaar de parochie had getroffen.
Dit schilderij dateert uit het einde van de 16e of het begin van de 17e eeuw en is het oudste schilderij dat in een kerk in Lille bewaard is gebleven.
Het tafereel toont Sint-Mauritius en zijn soldaten en verwijst naar hun martelaarschap, bekend als het ‘bloedbad van het Thebaanse legioen’, dat plaatsvond in het huidige Zwitserland. In de 3e eeuw stond een Romeins legioen van Egyptische afkomst, gestationeerd in de regio, onder leiding van Sint-Mauritius van Agaune. De soldaten kregen het bevel om deel te nemen aan de vervolging van de christenen. Maar een deel van hen, bekeerd en gesteund door hun leiders, weigerde mee te werken aan de onderdrukking. Ze werden toen allemaal afgeslacht.
Boven het schilderij staat de Latijnse aanroeping: “Sint Mauritius, bid voor ons, samen met uw metgezellen.”
Als stichter van een religieuze congregatie die zich inzette om de armen uit de armoede te helpen, drukte ze haar stempel op de religieuze gebouwen van Lille...