01 januari - 31 december
ma 9.00 - 18.00
di 9.00 - 18.00
woe 9.00 - 18.00
do 9.00 - 18.00
vr 9.00 - 18.00
za 9.00 - 18.00
zo 9.00 - 18.00
Een ranke toren geschraagd tussen twee aanbouwen is opgericht voor een beuk van drie traveeën en een vijfhoekig koor dat aan de oostzijde geflankeerd wordt door een sacristie. Een rondbogige poort in de westzijde van de toren verleent toegang tot de kerk. De toren heeft twee grote ramen waarvan één met een omlijsting in gobertange steen, en langs de vier zijden galmgaten voor de twee klokken. Op de toren prijkt een kruis op pijnappel met een weerhaan. Het dak is met blauwe leien gedekt.
Het is een middelgroot gebouw van baksteen in classicistische stijl. De twee ramen van het koor zijn even groot als de zes ramen van de beuk en bevatten glas in lood. De aanbouwen aan weerszijden van de toren hebben elk aan twee zijden een kleiner raam. De sacristie heeft twee ramen een een deur naar het kerkhof. Al deze ramen hebben een omlijsting in Gobertange steen.
Binnen valt de eenvoudige sobere vorm op.
Het eenvoudig orgel dateert van 1876. Er is binnenschrijnwerk uit de 18de, 19de en 20ste eeuw, uiteraard in diverse stijlen. De altaarstukken zijn in Art deco uitgevoerd. De kruisweg is tamelijk recent en bijna volledig geschonken door gegoede families. Verschillende beelden en het schrijn van Sint-Hymelinus versieren de kerk. Er hangen enkele grote schilderijen in bruikleen van de franciscanen.
Een inventaris van het roerend erfgoed moet nog opgesteld worden.
Erfgoedplus
KIKIRPA : fototheek online
Eenvoudig portiekaltaar uit beschilderd hout. Het beeldhouwwerk dat vandaag bovenop het portiekaltaar staat, stond aanvankelijk centraal in het portiek. Het portiekaltaar werd toen bekroond met een eenvoudig kruis.
Vandaag fungeert een schilderij van Sint-Martinus als altaarstuk. Het altaarstuk wordt geflankeerd door pilasters met composiet kapiteel en waarop een fronton rust. Centraal in het fronton een gevleugeld engelenhoofd. Ook de zijkanten van het portiek zijn versierd met engelenhoofden en korenaren. De basis van het portiekaltaar met altaarblok, kaarsenbank en tabernakel is sober gehouden.
Twee eikenhouten biechtstoelen met drie rondboogopeningen en centraal een laag deurtje met rechthoekig paneel met in elke hoek een bloemetje. De bovenkant van het deurtje is versierd met een strik met guirlandes. De drie openingen worden aan weerszijden geflankeerd door een pilaster met composietkapiteel. Boven de rondboogopeningen een tand- en geprofileerde kroonlijst.
Groot schilderij op doek door Pater Andreas Bosteels (Léon Bosteels) (1938). De aandacht wordt getrokken naar de centrale Sint-Franciscusfiguur met tonsuur, in pij en blootsvoets weergegeven. In zijn armen draagt hij het kind Jezus gewikkeld in een witte doek. Rondom het duo een stralenkrans. De stralenkrans doet de vele omstaanders oplichten. De figuren dragen kleurrijke gewaden en richten hun blik naar Franciscus. Aan Franciscus rechterzijde zijn ook een kribbe, de os & ezel en een schaap te zien. Op de achtergrond staat een altaar met altaarkruis, kandelaars en een boek. Op de voorgrond bevinden zich nog enkele attributen.
Groot schilderij op doek. Het zelfportret toont zich als een buste achter de knielende Sint-Franciscusfiguur. Franciscus, met tonsuur en gehuld in pij, knielt voor Jezus. Zijn linkerhand leunt op een jong schaap. Met zijn rechterhand grijpt hij naar zijn hoofd. Zijn blik gericht op Jezus. Beide figuren zijn geheel omgeven door een stralenkrans, dewelke hun gouden kleur het schilderij doen oplichten. Goudkleurige accenten ook in de aureolen van omstaande figuren. Tussen Franciscus en Jezus staat Maria. Het tafereel speelt zich buiten, in een bosrijke omgeving.
Het schrijn is opgebouwd als een rechthoekig volume met een zadeldak. Tegen de houten vlakken zijn metalen platen aangebracht die versierd zijn met edelstenen in diverse kleuren. De decoratie is symmetrisch opgevat. Tot de decoratieve vormen behoren vierlobmotieven en Keltische kruisvormen. Op de plaats waar aan de voorzijde een sleutelgat zit, is aan de achtergrond een medaillon weergegeven met, tegen een rode achtergrond, de initialen ‘SH’. Het deksel van het schrijn is getopt met twee doorzichtige bolvormen waarop een Franse leliemotief. Het geheel steunt op vier klauwenpootjes. In het schrijn zit een houten verzegelde doos.
Houten orgelkast met front in één register van drie traveeën. Het pijpwerk is gevat in twee rondbogen. Tussen en langs de bogen pilasters met composiet kapitelen en waarop een geprofileerde kroonlijst. Het klavier met één rij toetsen zijn onder en dwars op de orgelkast geplaatst. Boven het klavier negen registertoetsen. Balustrade met balustervormige steunen.