01 januari - 31 december
ma 8.00 - 18.00
di 8.00 - 18.00
woe 8.00 - 18.00
do 8.00 - 18.00
vr 8.00 - 18.00
za 8.00 - 18.00
zo 8.00 - 18.00
Portaal: ca. 8.00-18.00 u., al naargelang seizoen
Zaalkerk: enkel tijdens vieringen en i.s.m. gemeente op speciale dagen zoals de jaarlijkse OpenMonumentendag
Het hoofdaltaar (1900) en de 2 zijaltaren (1902) zijn neogotisch en komen uit atelier Peeters te Antwerpen (1900). In het midden zien we het offer van Melchisedek, links Kain en Abel en rechts David en de toonbroden. Het altaar in de zuiderbeuk is toegewijd aan de Heilige Aldegondis van Maubeuge met afbeeldingen uit haar leven. Zij is de eerste patrones van deze kerk. Het glasraam bevat een pinkstertafereel. Het altaar in de noorderbeuk bevat afbeeldingen van de Heilige Maria. Op het glasraam naar het noorden zie je de geboorte van Christus.
De homilie of preek is het onderdeel van de eucharistieviering waar de priester met de gelovigen in gesprek gaat. Hij ging daarvoor tussen het volk staan toen er nog geen elektronische geluidsversterking bestond, werd de preekstoel zo goed mogelijk in het midden van de kerk geplaatst, vaak tegen één van de pilaren. Deze preekstoel (P.Peeters, 1900) is neogotisch, in massief eik en bevat een voorstelling van de kerkvaders en de evangelisten.
De 3 centrale glasramen, die het offer en de eucharistieviering verbeelden, werden gemaakt in de ateliers van Ladon in Gent. Het middenste werd geplaatst in 1903, de anderen in 1911 en1913. Van links naar rechts zien we Het offer van Kain en Abel, Abraham offert zijn zoon Isaak, Jezus breekt het brood met de Emmaüsgangers, Jezus verandert water in wijn (Bruiloft van Kana), Broodvermenigvuldiging.
In het schip van de kerk zien we aan beide zijden telkens glasramen met de andere patroonheiligen die in Alken vereerd worden. Sint Arnoldus is patroonheilige van molenaars, herbergiers en brouwers. Sint Hubertus van Luik is de tweede patroon van deze kerk en wordt aangeroepen tegen de hondsdolheid, bezetenheid en watervrees.
In 1775 werd een orgel geplaatst aan de westzijde van het kerkschip, waar nu het inkomportaal is. Arnold Clerinx (°1816) vestigde zich in 1842 in St.-Truiden als zelfstandig orgelmaker. In 1859 startte hij met de bouw van een orgel voor de kerk van Alken. De oude orgelkast achteraan in de kerk werd herbruikt voor het nieuwe orgel van Clerinx. Het werd in 1899 verhuisd naar het huidige oksaal. Belangrijke restauraties waren er in 1957 en in 1978. In 2003 kreeg het muziekinstrument een revisie en groot onderhoud. Het bevat 814 pijpen en 18 registers.
Als de organist aanwezig is, wil graag een rondleing geven en geschoolde muzikanteen kunnen onder zijn toezicht het orgel bespelen.
Rechtsboven de deur naar de traphal bevindt zich een zeer oude doorgang. Die werd herontdekt toen in december 2019 een groot deel van het pleisterwerk naar beneden viel. De toren kan enkel beklommen worden met een gids. Dat vergt enige inspanning door de vele treden, waarvan een groot deel erg moeilijk door slijtage.
De eerste zaalkerk van "Alleke" stond vermoedelijk los van de toren op de plaats waar zich momenteel een plein (Laagdorp) bevindt. Voor 1600 werd gestart met de huidige zaalkerk die aanligt tegen de kerktoren. Onderzoek wijst uit dat de klokkentoren meerdere generaties bewoond werd door een schoenmaker. Wellicht was hij ook de koster en klokkenluider.
De 2 wijwaterschalen aan de inkom zijn wellicht de oudste gebruiksvoorwerpen. Deze kerk was tijdens de Middeleeuwen een doopkerk voor de omliggende kerken in de ruime omgeving.