01 maart - 31 october
ma 8.00 - 18.00
di 8.00 - 18.00
woe 8.00 - 18.00
do 8.00 - 18.00
vr 8.00 - 18.00
za 8.00 - 18.00
zo 8.00 - 18.00
01 november - 28 februari
ma 9.00 - 16.00
di 9.00 - 16.00
woe 9.00 - 16.00
do 9.00 - 16.00
vr 9.00 - 16.00
za 9.00 - 16.00
zo 9.00 - 16.00
zondag 10.45
Voltooid in 1869, heeft deze kerk in neo-gotische stijl de vorm van het Latijnse kruis met drie beuken onder een gescheiden daken met telkens vier traveën. De familie van de prinsen Croÿ droegen in hoge mate bij tot de realisatie. Een kapel is daarom aan hen gereserveerd.
Naast talrijke grafstenen van deze beroemde familie bevat de kerk ook het schrijn van de heilige Feuillien, een missionerende moniek van Ierse afkomst. Verder staat er een eeuwenoud beeld van dezelfde heilige en zijn er erg mooie glasramen, van het eind van de 19de/begin 20ste eeuw.
In de buurt van de sacristie is het schrijn uitgestald dat een relikwie bevat - het onderste kaaksbeen - van de heilige Feuillien.
Wanneer op het einde van de 12e eeuw men een parochie oprichtte in de bescheiden nederzetting van Le Roeulx, diende men haar een heilige toe te wijzen. Het ware verantwoord geweest ze toe te wijden aan Feuillien, een Ierse monnik, op deze plaats als martelaar gestorven. Evenwel, op deze plaats bestond reeds sedert een 50-tal jaren de abdijkerk van de heilige Feuillien; De abt van Saint Feuillien van toen (omstreeks 1170) heette Nikolaas. Wat een welgevallen mogelijkheid om zijn eigen voornaam aan deze nieuwe kerk te geven om op deze wijze voor het nageslacht onthouden te blijven!
Een beeld van deze heilige ( zonder enige zekerheid) dagtekenend uit de 17e eeuw in steen en in barokstijl, 145 cm groot, praalt in de hoofdbeuk.
In 1125 werd, op de plaats van zijn marteldood, de Norbertijnerabdij van de heilige Feuillien gesticht. Deze verdween op 1 maart 1797 ten gevolge van de vernietigingen gepaard aan de Franse Revolutie.
Het orgel werd opgericht in 1886. In 1922 werd het hersteld door de orgelbouwer Delmotte uit Doornik. Het werd andermaal gerenoveerd in de loop van de vorige jaren.
Het doopvont is van heel mooie makelij. Het bestaat uit een kuip in klein graniet, bedekt met een deksel in messing dat een kruis- en vaandeldragend lam uitbeeldt met vermelding "Le Roeulx 1926".
Het uurwerk met vier wijzerplaten werd gebouwd door een inwoner van Le Roeulx, François Losson, mekanieker, en werd uitgevoerd naar de tekeningen en onder toezicht van prins Emmanuel de Croÿ, die een doorgedreven kennis bezat van de uurwerkmakerij.
Drie andere horloges werden in dit kasteelatelier vervaardigd: één voor zijn eigen kasteel in Le Roeulx, één voor het hospitaal Saint Jacques en één voor het stadhuis.
Het noordelijk zijaltaar, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw dagtekent van het einde van de 19e eeuw. Het zuidelijk zijaltaar, geheten "van de heiligen" stamt uit dezelfde periode en werd geschilderd door Léopoldine de Croÿ volgens een werk van Andrea di Cione, althans volgens het KIK. Het hoofdaltaar geeft taferelen weer van het Nieuwe en het Oude Testament.
Opmerkelijk zijn de zeven glasramen in het koor van de hand van Samuel Coucke uit Brugge, uigevoerd Kerstmis 1869. Geschonken door meerdere leden van de familie de Croÿ geven ze de belangrijkste gebeurtenissen weer uit de vier evangeliën. De blauwe en paarse tinten hebben duiudelijk de bovenhand en worden, omwille van hun uitzonderlijke variaties, door de specialisten als buitengewoon gekwalificeerd, als uniek beschouwd, en zijn van zeer goede makelij.