01 januari - 31 december
ma 15.00 - 17.00
di -
woe 15.00 - 17.00
do -
vr 15.00 - 17.00
za -
zo -
11 december - 06 januari
ma 15.30 - 17.30
di 15.30 - 17.30
woe 15.30 - 17.30
do 15.30 - 17.30
vr 15.30 - 17.30
za 15.30 - 17.30
zo 15.30 - 17.30
01 april - 21 april
ma 15.30 - 17.30
di -
woe -
do 15.30 - 17.30
vr 15.30 - 17.30
za 15.30 - 17.30
zo 15.30 - 17.30
26 augustus - 30 augustus
ma 15.00 - 18.00
di -
woe -
do 15.00 - 18.00
vr 15.00 - 18.00
za 15.00 - 18.00
zo 15.00 - 18.00
De bakstenen neogotische Sint-Pieterskerk uit 1878-1880 is een ontwerp van architect Charles Demaeght. Het meubilair is evenwel ouder: zo dateert de stenen doopvont van 1597 en zijn de twee biechtstoelen vroeg-18de-eeuws.
In 1896 kregen de broers Adrien en Salomon Van Bever (Laken) de opdracht een orgel te bouwen voor de nieuwe kerk. Het instrument sluit aan bij de toen heersende romantische traditie. Elk voorjaar wordt er een orgelfestival georganiseerd. De Kortenbergse orgelbouwer Jean-Pierre Draps voert een restauratie in fases uit.
Robert Van den Haute, Jean-Paul Denis en Guy Paulus publiceerden ‘900 Jaar Christelijke aanwezigheid te Jette, 1095-1995’, bij de viering van het jubileum van de parochie St.-Pieter. Behalve op het orgel vestigen zij de aandacht op de volgende interieurelementen.
Het praalgraf van de familie de Villegas bevindt zich in de linkerzijbeuk. Het is vervaardigd uit zwart marmer en draagt bovenaan in wit marmer het wapenschild van het adellijk geslacht de Villegas, laatste heren van het Graafschap Sint-Pieters-Jette
Bekijk zeker het houtsnijwerk eens van nabij: de medaillons op de biechtstoelen, zoals het medaillon van de H.-Hiëronymus (aan de linkerkant), dat van de H.-Gregorius de Grote (aan de rechterkant) en dat van St.- Pieter (boven het linker zijaltaar, met de haan links afgebeeld).
De processievaandels, op twee plaatsen, komen van de broederschappen, lekenorganisaties die zich inzetten voor een bepaald godvruchtig doel, die sinds de 18de tot in het begin van de 20ste eeuw hebben bestaan in de parochie.
Het pronkstuk van de kerk is het Mariabeeld met het Kind Jezus, vooraan rechts in de kerk, maar liefst 1,90m hoog. De doopvont is wellicht het oudste kunstwerk van de kerk (1597).
KIKIRPA : Fototheek online
Een praalgraf van de familie de Villegas bevindt zich vóór de afgesloten deur in de linkerzijbeuk. Het grafmonument was eerst opgericht in de kapel van de zusters Annunciaten, Leuvensestraat te Brussel. In 1784 werd de kapel gesloopt en het monument overgebracht naar de oude kerk van Jette. Met de bouw van de neogotische kerk werd het praalgraf behouden. Het graf is vervaardigd uit zwart marmer en draagt bovenaan in wit marmer het wapenschild van het adellijk geslacht de Villegas, nazaten van de familie de Kinschot, graven van St. Pieters Jette. Het geheel straalt elegantie en harmonie uit. Het opschrift, in het Latijn, geeft de namen van de overledenen met hun adellijke titels. Het zijn Gaspar de Villegas, overleden op 4 december 1785 en zijn echtgenote Isabella Vanderlaen, overleden op 24 september 1783.
In 1896 geeft het toenmalige kerkbestuur aan de broers Adrien en Salomon Van Bever de opdracht een orgel te bouwen voor de nieuwe neogotische Sint-Pieterskerk te Jette. Sinds 1880 leidden zij een eigen bedrijf in Laken. De broers hadden een grote invloed op de orgelbouw van op het einde van de 19de eeuw tot het begin van de 20ste eeuw. Het orgel dat in 1898 in de Sint-Pieterskerk werd geplaatst, behoord tot één van de mooiste creaties in romantische stijl. De orgelkast is uitgevoerd in neogotische stijl.
.
De biechtstoelen dateren uit de 18de eeuw. Het zijn eikenhouten meubelen, afkomstig uit de vorige kerk of uit de abdijkerk van Dielegem (gesloten in 1796). Langs elke kant is een medaillon aangebracht tussen de biechtstoelen. Ze stellen een kerkvader voor en werden door een onbekende meester vervaardigd in de 2de helft van de 17de eeuw.
Medaillon van de H.-Hiëronymus (aan de linkerkant) : in de 4de – 5de eeuw vertaalde de Hiëronymus de Bijbel uit het Hebreeuws naar het Latijn. Die vertaling, de Vulgaat, werd de officiële vertaling voor de Kerk van Rome. Hij is omringd door wijngaardtwijgen en druiventrossen als symbolen van de vruchtbaarheid.
Medaillon van de H.-Gregorius de Grote (aan de rechterkant) : Gregorius de Grote was paus van 590 tot 604. Hij wordt afgebeeld met de pauselijke gewaden. Op zijn schouder staat een duif, symbool van de H.-Geest die hem de kerkelijke, gregoriaanse, gezangen influisterde. Onderaan draagt het medaillon twee vissen en bovenaan dragen 2 engeltjes een schild met de Moeder Gods en het Kind.
Medaillon met St.- Pieter : boven het linker zijaltaar staat een medaillon die Sint-Pieter afbeeld, wanneer hij zich de woorden van Jezus herinnert: “Ik zeg je dat jíj heden, in deze nacht, voordat de haan twee keer kraait, mij drie keer zult verloochenen” (Marcus 14,30). De haan staat links van Petrus afgebeeld. Wanhoop is te zien aan de houding van zijn handen en af te lezen van zijn gezicht. Het werk dateert uit de 18de eeuw en is uit eik vervaardigd.
De vaandels werden in processies gedragen en zijn overgekomen uit de kapel van het klooster van de Dames van het H. Hart, waar de Broederschappen van Jette gedurende vele jaren hun samenkomsten hielden.
Vaandel van de “Eerewacht van HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT”: Bij Sint-Pieter staat het oudste vaandel van de broederschap van het Sacrament des Autaers, vermoedelijk opgericht in 1751 ten tijde van pastoor Alexander Sigaut. Dit broederschap bestond uit 50 tot 100 mannen die maandelijks vergaderden. Deze lijfwachten van het Onzichtbare namen deel aan feestelijke processies en andere plechtigheden.
Vaandel van de aartsbroederschap van St.-Franciscus-Xaverius: In het koor staat rechts het vaandel van de Aartsbroederschap van St.-Franciscus-Xaverius voor de bekering van de zondaars, canonisch opgericht op 3 december 1865.
Vaandel van het Broederschap van de H.-Familie: Vermoedelijk behoorde het linker vaandel toe aan het Broederschap van de H. Familie uit het begin van de 20ste eeuw.Het pronkstuk van de kerk is het Mariabeeld met het Kind Jezus, vooraan rechts in de kerk. Het Mariabeeld, 1,90m hoog, is dat van de Vrouw met de maan onder haar voeten, zoals ze beschreven staat in het Boek der Openbaring van Johannes, 12, 1-7. Ze draagt als Koningin van de hemel een kroon op haar hoofd. Het beeld werd gerestaureerd van 1959 tot 1962 door het K.I.K. (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium).
Het beeld draagt een monogram AV dat verwijst naar de maker, de Mechelse beeldhouwer Abraham Van Avont (17de eeuw).
De doopvont is wellicht het oudste kunstwerk dat de kerk bevat. Ze dateert, zoals op de kuip staat geschreven, uit 1597. Het deksel in messing, een koperlegering, draagt het jaartal 1778. De doopvont staat in de rechtse dwarsbeuk in een uitholling in de grond.
Wanneer gelovigen een gewijde ruimte binnentreden, dan willen ze een soort zuivering ondergaan, een herinnering aan hun doopsel. Ze maken een kruisteken met wijwater. Daarom staan er wijwatervaten aan de inkom. Ze staan langs weerszijden van de hoofdingang. De voetstukken zijn in arduin in dezelfde stijl als de kolommen. Aan de zijingang is het wijwatervat in de muur ingebouwd met de symbolen IHS: Jezus onze redder.