01 januari - 31 december
ma 10.00 - 18.00
di 10.00 - 18.00
woe 10.00 - 18.00
do 10.00 - 18.00
vr 10.00 - 18.00
za 10.00 - 18.00
zo 10.00 - 18.00
Dit barokaltaar verving in 1766 een vroeger altaar dat eronder nog bewaard is. Het is een houten portiekaltaar, geflankeerd oor twee zuilen, met bovenaan een beeld van God de Vader, gebeeldhouwd door Mathias Zens in 1882. Het centrale schilderij stelt de lanssteek voor en werd door Ph. Beirnaert in 1653 vervaardigd. Het neoclassicistische taberbakel is in 1832 vervaardigd door de gebroeders Nimmegeers uit Zaffelare, die in 1857 ook het koorgestoelte maakten. De beide cherubijnen werden in 1837 aangekocht.
Dit fraai gesculpteerde neogotische beeld uit lindenhout is in 1894 door Remi Rooms vervaardigd en werd op 1 december 1896 gewijd. Sint-Eligius is voorgesteld als bisschop onder een baldakijn. Als attribuut houdt hij een gekroonde hamer in de hand. Het beeld werd tijdens de processie meegedragen en werd ook opgesteld tijdens de paardenzegening, nu autowijding, die telkenjare plaatsvindt op 29 juni.
In de periode 1922-1928 vervaardigde A. Van Doorne uit Gent twaalf kleurrijke glas-in-loodramen. Die werden geschonken door de parochianen, zoals het raam gewijd aan Sint-Eligius, of door bemiddelde burgers, zoals de burgemeester en arts Philemon Pauwels. De beide ramen geschonken door Gustaaf De Smul brengen hulde aan zijn gesneuvelde zoon en aan zijn overleden echtgenote. De heiligen worden afgebeeld in een portiek alternerend bekroond door een fronton of door twee voluten met centraal medaillon. In de ramen zijn elementen van de lokale geschiedenis geïntegreerd.
Achttiende-eeuws schilderij vervaardigd door een alsnog onbekende Vlaamse meester. Vier gemijterde bisschoppen, bijgestaan door twee monniken, zetten Eligius de bisschopsmijter op het hoofd. Dit schilderij was tot 1883 het altaarstuk van het Sint-Eligiusaltaar. Het schilderij maakt deel uit van een reeks van drie. In de noordbeuk wordt de eerlijkheid van Sint-Elooi afgebeeld, middels het aanbieden van een tweede zadel aan koning Chlotarius II. Het schilderij in de zuidbeuk stelt de liefdadigheid van Sint-Elooi in de kijker, middels het uitdelen van aalmoezen.
In 1775 werd het Lambert-Benoît Van Peteghemorgel geplaatst. Het orgel telde aanvankelijk een klavier en werd in 1871 door Petrus Joannes Vereecken uitgebreid tot een romantisch orgel, met twee klavieren. Tijdens de recente restauratie (2010-2020) werden de die toevoegingen verwijderd. De orgelkas is vervaardigd door Alexander Nuten in een fraaie rococostijl, met integratie van muziekinstrumenten. Alleen de zuidelijke orgelkast bevat orgelpijpen. In 1932 werd de luchttoevoer geëlektrificeerd, de oorspronkelijke blaasbalg is evenwel nog aanwezig.
Aan de oostzijde van de kerk staat een fraaie calvarie uit het einde van de achttiende eeuw. De calvariegroep onder afdak werd in 2020-2021 grondig gerestaureerd. Oorspronkelijk stond de beeldengroep aan de noordoostzijde van de kerk en werd om ruimte te maken voor de noordelijke sacristie, verplaatst.
Boven het beenderhuis, waarvan de drie schedels, die de rand sierden, werden ontvreemd, staat een levendig vagevuur geïntegreerd in een kunstmatige rotsformatie. Erboven prijkt een massief kruis, waarvan aan de voet een slang omhoog krult. De oorspronkelijke achtergrondschildering, die het hemelse Jeruzalem voorstelde, is vervangen door een egaal bruin vlak.