01 maart - 31 oktober
ma
di
woe
do
vr
za 10.00 - 17.00
zo 10.00 - 17.00
01 november - 28 februari
ma
di
woe
do
vr
za 10.00 - 16.00
zo
Momenteel gesloten wegens werkzaamheden. Heropening gepland voor begin juni 2025.
Er is ook geen vermelding van een religieus gebouw vóór 1862, toen de familie Delattre-Bernet de Saint-Josephkerk bouwde.
De bouw maakte deel uit van de ontwikkeling en oprichting van nieuwe parochies in de streek van Calais tussen 1820 en 1880.
De sobere elegantie van het gebouw in rode baksteen, dat op een eenvoudig plan is gebouwd, wordt binnen voortgezet. De restauratie werd onlangs voltooid in 2025.
In 1863 werd in de gemeente ook de kapel Notre-Dame des Bois gebouwd. De opvallende bakstenen gevel draagt het opschrift “Ave Maria”.
Joseph Alphonse Marie Evrard, een kind van het land, werd op 8 mei 1889 in het dorp geboren. Hij stamde uit de familie Delattre-Bernat, fervente katholieken en notabelen uit de regio. Hij studeerde aan het jezuïetencollege van Boulogne en aan het college Saint-Bertin in Saint-Omer. Al snel voelde hij zich aangetrokken tot het priesterschap en op 21 september 1912 werd hij tot priester gewijd. Daarna ging hij canoniek recht studeren in Rome tot 1914, toen hij werd benoemd tot professor aan het seminarie van Arras.
Na het einde van de oorlog zette hij zijn onderwijs aan het seminarie voort en was hij tegelijkertijd priester in verschillende parochies van het bisdom Arras. Als opmerkelijk pastoor werd hij in 1937 benoemd tot bisschop van Meaux. Omdat hij echter een slechte bestuurder bleek te zijn en ziek werd, nam hij ontslag als bisschop om zich te wijden aan de evangelisatie en dichter bij de realiteit van het veld te staan.
Hij stierf in 1974 in Saint-Omer en werd begraven in Calais.
Zijn familie schonk zijn bisschopsstaf aan de Sint-Jozefkerk in Muncq-Nieurlet.
Dit hoogaltaar, dat aan het einde van de 19e eeuw in neogotische stijl werd gebouwd, steekt af tegen het koor. Het is herkenbaar aan zijn pinakels en zijn tabernakel met daarboven een torentje. Het fijne inlegwerk valt op door de veelkleurigheid van de versiering. Zes figuren omringen het tabernakel, met aan de linkerkant de heilige Johannes, herkenbaar aan de kelk die hij omhoog houdt.
Het gebrandschilderde glas in het koor stelt de Maagd Maria voor, die haar zoon op haar schoot houdt en haar nicht Elisabeth en haar zoon, Johannes de Doper, verwelkomt.
Deze biechtstoel is aan het einde van de 19e eeuw gemaakt van gebeeldhouwd eikenhout en heeft ook een neogotische stijl. Dit model met drie loges wordt bekroond door drie gevels met haken en fleurons.
De lambrisering van het koor is gemaakt van decoratief vezelcement. In de sculpturen zijn talrijke symbolen van de Wederopstanding terug te vinden, zoals de slak (een slakkenhuis werd in de doodskisten van de eerste christenen gelegd), de kikker en de hagedis (het enige dier dat de kamer van de koningen mocht betreden als het woord van God).