01 januari - 31 december
ma 9.00 - 18.00
di 9.00 - 18.00
woe 9.00 - 18.00
do 9.00 - 18.00
vr 9.00 - 18.00
za 9.00 - 18.00
zo
De kerk, oorspronkelijk gebouwd in een sobere romaanse stijl, werd gebouwd met materiaal dat werd teruggevonden in een Gallo-Romeinse villa in de omgeving, wat wijst op een vroegere bewoning van de plek.
De klokkentoren van Nomain is, samen met die van Aix-en-Pévèle en Flines-lez-Raches, een van de oudste in de regio. De basis dateert uit de 11e eeuw en de vierkante zandstenen toren uit de 13e eeuw.
Door de eeuwen heen heeft de kerk een aantal transformaties ondergaan. Gotische toevoegingen, waaronder een kapel, verrijkten het gebouw en veranderden het uiterlijk. In de 17e eeuw werd de structuur heringericht in de typische stijl van de “hallekerque”, de grote hallenkerken die typisch zijn voor de regio.
In de 19e eeuw onderging de kerk verschillende uitbreidingen en restauraties. Tussen 1842 en 1847 gaf de architect François DISLERE uit Douais de kerk haar huidige uiterlijk. Het dak werd hersteld tussen 1883 en 1889. De huidige torenspits werd in 1895 toegevoegd.
In 2000 onderging de kerk nog een facelift, voor de torenspits in 2020.
Dit kleine olieverfschilderij op houten panelen, dat zich vroeger in de doopvontkapel bevond, dateert uit de 18e eeuw en staat sinds 1973 op de monumentenlijst. De anonieme kunstenaar beeldt de doop van Christus door zijn discipel Johannes de Doper uit. De figuren spelen zich af tegen een achtergrond van overvloedige, etherische vegetatie. In stralende glorie overheerst en verlicht de Heilige Geest, voorgesteld door een duif, het tafereel. De mantel van de Doper is rood, de enige overheersende kleur op het schilderij.
Het schilderij wordt momenteel gerestaureerd en wordt gesponsord door Allianz France in het kader van de wedstrijd “Le Plus Grand Musée de France 2024” van de stichting Sauvegarde de l'Art Français.
De portiekklokkentoren is het oudste deel van de kerk en getuigt van twee belangrijke bouwfasen:
- de Romaanse basis uit de 12e eeuw, waarvan de buitengevel versierd is met drie blinde halfronde bogen. Toen de klokkentoren in de volgende eeuw werd toegevoegd, werd het oorspronkelijke volume opnieuw gedefinieerd door de binnenbogen. Het steenwerk is onregelmatig en heterogeen en werd hergebruikt uit de Gallo-Romeinse tijd.
- De 13e-eeuwse façade is opgetrokken uit regelmatiger steenwerk, met een schietgat en twee halfronde openingen aan elke kant. Een kroonlijst ondersteund door modillions bedekt het geheel.
De gebrandschilderde ramen van vandaag komen uit de voormalige kerk Notre-Dame de la Visitation in Auby, ook in de regio Pévèle. De kerk dreigde in te storten door mijnbouwactiviteiten en de glas-in-loodramen werden in de jaren 1950 verkocht. Verzwakt door mijnverzakkingen stortte de kerk in 1957 ernstig in. De pastoor en het gemeentebestuur van Nomain besloten 19 glas-in-loodramen aan te kopen die tussen 1945 en 1950 waren gemaakt en waren aangepast aan de grootte van de openingen in hun kerk.
De ramen werden ontworpen door Jacques Le Chevallier, een van de grootste gebrandschilderde meesters van de 20e eeuw, wiens werk onder andere gebrandschilderde ramen in de kathedralen van Parijs, Laon, Besançon en Anger omvat, evenals die in de Basilique du Sacré-Cœur in Montmartre.
De figuratieve gebrandschilderde ramen tonen scènes uit de evangeliën (de doop van Christus, de aankondiging, enz.), de zeven sacramenten (doopsel, vormsel, eucharistie, huwelijk, wijding, ziekenzalving, verzoening) en verschillende episodes uit het leven van de Maagd Maria.
De preekstoel dateert uit de 18e en 19e eeuw en is de plek waar de priester staat als hij preekt. Hij is zo geplaatst dat de zichtbaarheid wordt vergroot en vooral de toespraak beter hoorbaar is, dankzij het baldakijn dat over de hele structuur hangt. Het ontwerp en de decoratie zijn opmerkelijk en de preekstoel staat sinds 1973 op de monumentenlijst.
De bas-reliëfpanelen van het vat zijn gemaakt van natuurlijk hout en beelden vier kerkvaders uit: de heilige Ambrosius, de heilige Augustinus, de heilige Gregorius en de heilige Hiëronymus. De geschriften van deze kerkelijke auteurs hebben het katholieke denken en de theologie gevormd en bovenal de Kerk gestructureerd.
Dit anonieme 17e-eeuwse doek staat sinds 1973 op de lijst van monumenten. Het beeldt Christus af zittend als het Heilig Hart, omringd door zijn familie: zijn ouders God de Vader en de Maagd Maria, en zijn grootouders Sint Anna en Sint Joaquim. Deze voorstelling is vrij verrassend en zeldzaam in de iconografie, maar toch heel goed gedaan. De compositie is klassiek en biedt een echt “familieportret” waar kalmte en sereniteit heersen in een zekere plechtigheid. De compositie is evenwichtig en het verdwijnpunt ligt centraal, in de figuur van Christus. De herkomst van het schilderij is niet bekend: was het een overblijfsel van de oude kerk of is het geborgen uit een voormalige abdij of klooster van Pèvèle? De vraag blijft.
Dit beeld van de Maagd en het Kind maakt deel uit van de traditionele Maria-iconografie. Maria staat rechtop en draagt een gouden tuniek met een blauwe mantel met rode randen, de kleuren die respectievelijk goddelijkheid, trouw en koninklijkheid symboliseren. Haar hoofd is bedekt met een witte sluier, die de zuiverheid van de Maagd voorstelt. Haar serene gezicht drukt moederlijke welwillendheid uit. In haar arm houdt ze het Kind Jezus, dat een wereldbol draagt met daarop een kruis, een herinnering aan zijn rol als Redder van de wereld.
In haar linkerhand houdt Maria een scepter vast, waarmee haar rol als koningin wordt benadrukt. Op de voet van het beeld staat een monogram in gouden letters op een blauwe achtergrond, omgeven door een klassieke versiering ‘AM’, wat ‘Ave Maria’ betekent.